3D printen in de Bibliotheek – follow up

3D printen in de Bibliotheek – follow up

In de eerste nieuwsbrief van dit jaar schreef ik al een artikel over 3D printen in de bibliotheek. In deze follow-up laten we drie ervaringsdeskundigen uit de Bibliotheek aan het woord. Aan de hand van hun ervaringen neem ik je mee langs een aantal 3D printers, met bijbehorende voor- en nadelen. Daarnaast deel ik graag hun tips op het gebied van ontwerpprogramma’s, activiteiten en hun voor- en nadelen van het hebben van een 3D printer in de Bibliotheek.

Welke 3D printer?

Van een paar honderd euro tot in de tienduizenden euro’s: 3D printers zijn er in alle soorten en maten. Welke 3D printer voor jouw bibliotheek geschikt is, hangt natuurlijk af van hoe je hem in gaat zetten. Wil je printjes maken op bestelling, als echt productiebedrijf, kun je het beste kiezen voor een wat professionelere, meerkoppige printer (een printer die meerdere kleuren tegelijk kan printen). Gebruik je hem vooral voor workshops en cursussen, dan kun je met een goedkopere printer goed uit de voeten.

Welke printers gebruiken onze ervaringsdeskundigen? Alle drie hebben ze één of meerdere printers van het merk Ultimaker staan. Ultimaker is een Nederlands bedrijf dat inmiddels een behoorlijke collectie 3D printers heeft ontwikkeld. Wat vinden ze van deze Ultimaker printers?

Naast de Ultimakerprinters heeft een van de bibliotheken ook een Builder 3D staan. De ervaring hiermee leert dat de printer weinig onderhoud nodig heeft, makkelijk zelf in te stellen en te repareren is en hij open source ondersteuning biedt. Wel is hij lastig te verplaatsen. Een Builder 3D printer is er vanaf 2450,-.

Natuurlijk zijn er nog veel meer printers op de markt, voor zeer uiteenlopende prijzen. De printers van bekende A merken zijn meestal duurder, maar vanwege de veiligheid wel geschikter voor een Bibliotheek. Goedkopere Chinese modellen voldoen namelijk niet altijd aan de Europese eisen. Zo doen er veel verhalen de ronde over spontaan in brand gevlogen goedkopere printers, en dat moeten we natuurlijk niet hebben.

Hieronder een selectie van verschillende printers met hun prijs en specificaties. Helaas konden we deze printers niet beoordelen aan de hand van de ervaringen van de ondervraagden. Daarom is deze lijst gebaseerd op recensies van het web en het advies van een elektrotechnicus (en tevens hobbymatig fanaticus in het openmaken van en knutselen met apparaten). Heb jij een van deze printers staan? Laat dan vooral weten wat je ervan vindt!

Er is dus veel keus als je een 3D printer wil aanschaffen. Overweeg goed wat je belangrijk vindt aan een printer. Vind je het fijn als het een Nederlands product is, met de mogelijkheid tot een servicecontract en heb je een ruim budget? Dan zou Ultimaker een goede optie zijn. Wil je eerst eens uitproberen of 3D printer überhaupt iets is voor in jouw bibliotheek? Dan zou je kunnen kiezen voor een goedkopere printer. En wil je meer vrijheid om bijvoorbeeld zelf onderdelen te vervangen of je printer te upgraden en ben je liever wat goedkoper uit, dan sluit de Prusa of de Lulzbot goed aan bij je wensen.

Ontwerpprogramma’s

Als je eenmaal een printer hebt staan, moet je er natuurlijk ook nog wat mee kunnen doen. In het vorige artikel gaf ik al suggesties voor programma’s die je kunt gebruiken. Welk ontwerpprogramma gebruiken onze ondervraagde bibliotheekmedewerkers?

Het antwoord is eenduidig: TinkerCad. Redenen om hiervoor te kiezen zijn volgens hen:

  • Goed te gebruiken voor jongere kinderen (vanaf 8 jaar)
  • Erg gebruiksvriendelijk
  • Het ziet eruit als een blokkendoos, maar je kan er wel interessante printjes mee maken

Afbeelding van all3dp.com

Naast dat TinkerCad erg makkelijk en goed werkt, blijft het ook steeds nieuwe opties toevoegen. Op 22 juni is de bèta versie van Codeblocks geïntroduceerd door TinkerCad. Hiermee kun je 3D ontwerpen maken met gebruik van codeerblokken. De codeerblokken maken gebruik van een  Scratch - achtige interface. De blokken zijn intuïtief te gebruiken en er is geen technische voorkennis voor nodig. Op dit moment is het nog een betaversie, maar het ziet er veelbelovend uit! Neem zelf hier een kijkje.

 Afbeelding van johnumekubo.com

**wil je meer lezen over TinkerCad of de andere programma’s, lees dan het vorige artikel.

Activiteiten

En dan heb je zo’n printer staan… en dan? Welke activiteiten ga je dan aanbieden en voor welke doelgroepen? Laten we even gluren bij de bibliotheekburen.

Volwassenen

Volwassenen vinden 3D ontwerpen en printen duidelijk reuze interessant. Een van de bibliotheken geeft zelfs aan dat de basisworkshop 3D printen voor volwassenen de populairste activiteit is. De andere bibliotheken merken ook interesse bij volwassenen en zijn op dit moment bezig met het ontwikkelen van activiteiten voor volwassenen. De al bestaande activiteiten voor volwassenen zijn heel vrij, waarbij deelnemers hun creativiteit kwijt kunnen in het maken van een ontwerp zonder vaste opdracht. Volwassenen hebben vaak al een (praktisch) idee wat ze willen maken en een vaste opdracht blijkt dan niet altijd nodig. Mocht je toch een opdracht willen; collega-adviseur Ruud heeft eens succesvolle workshops gedraaid waarbij mensen een kapot item meenamen van huis om na te maken en thuis te kunnen vervangen. Bijvoorbeeld een douchehaakje of de sluiting van een gereedschapskist.

Uit de verschillende ervaringen komt naar voren dat het lastig is om nieuwe volwassenen aan te spreken met deze workshops. De volwassenen die reeds geïnteresseerd zijn in techniek komen wel, maar juist volwassenen die daar nog minder in thuis zijn niet.

Kinderen en jeugd

De meeste activiteiten bij deze bibliotheken richten zich op kinderen en jongeren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ‘losse’ Bibliotheekbezoekers en activiteiten in schoolverband. 

Bibliotheekbezoeken

Meerdere bibliotheken bieden 3D activiteiten aan tijdens een open inloop van een maakplaats/technieklab. Tijdens deze open inloop kunnen kinderen zelf bedenken wat ze willen maken. Een workshopleider is dan aanwezig om de kinderen te helpen. Deze workshops zijn -naar hun eigen zeggen- basisworkshops zonder complexe designs. Voorbeelden van wat er dan gemaakt wordt, zijn naamplaatjes, sleutelhangers, dieren of fantasiefiguurtjes. Deze ontwerpen kunnen relatief snel geprint worden, waardoor kinderen het soms dezelfde dag nog mee naar kunnen nemen. 

Een andere aangeboden activiteit is een langere cursus waarbij dezelfde kinderen meerdere keren komen. Op deze manier kun je wat verder in de techniek duiken en complexere ontwerpen gaan maken. Bijvoorbeeld een bewegend object zoals een auto met draaiende wielen of een dier met beweegbare poten. 

Een activiteit die mij opviel, was het ontwerpen van een lampje. Bij deze activiteit konden kinderen in TinkerCad een eigen nachtlampje ontwerpen en printen. Vervolgens werd er een ledlampje en een knoopcelbatterij in het ontwerp geplaatst. Op deze manier wordt 3D printen met andere techniek gecombineerd en leren kinderen zo ook wat over bijvoorbeeld elektriciteit. En het resultaat mocht er zeker zijn:

Foto: Bibliotheek Rijn en Venen 

Mocht je zelf ook aan de slag willen met deze combinatie van techniek, TinkerCad biedt hiervoor circuits aan. Lees hier meer over de circuits.

Op school

Alle ondervraagde bibliotheken gaven aan dat er samen wordt gewerkt met scholen rond 3D printen. Een van de Bibliotheken neemt een 3D printer mee naar scholen om daar te demonstreren hoe het werkt. De andere Bibliotheken geven basisworkshops op scholen waarbij bijvoorbeeld een sleutelhanger of een boekenlegger wordt gemaakt. De printjes worden dan na afloop in de bieb geprint en kunnen later door de leerlingen opgehaald worden. 

Een van de bibliotheken biedt ook trainingen aan voor leraren. Leraren kunnen kennismaken met de 3D printer en leren vooral hoe ze deze techniek kunnen gebruiken in hun lessen. Bijvoorbeeld bij de vakken aardrijkskunde, kunst, techniek en geschiedenis. 

Alle bibliotheken geven aan dat ze geen vaste programma’s of bestaande lesmethoden gebruiken om de activiteiten te geven. Sommigen maken gebruik van de tutorials die TinkerCad biedt, maar over het algemeen worden workshops zelf verzonnen. Aan de hand van een zelfgemaakte PowerPoint leggen ze het concept 3D printen uit en vervolgens mogen kinderen direct zelf gaan proberen.

(Meer)waarde van een 3D printer

Hoe denken de bibliotheken die al even bezig zijn met 3D printen inmiddels over het aanbieden van deze activiteiten in de Bibliotheek? Ik vroeg ze wat ze na deze tijd de meerwaarde vonden de 3D printer maar ook wat de moeilijkheden zijn die ze tegen zijn gekomen. 

Als belangrijkste argument om wél een 3D printer te hebben als bibliotheek, werd aangedragen dat het belangrijk is om het publiek de mogelijkheden van de toekomst te laten zien. Zij zien 3D printen als een techniek die heel belangrijk zal worden in de toekomst. De bibliotheek bereikt veel (verschillende) mensen en is volgens hen bij uitstek geschikt om op een laagdrempelige manier deze techniek onder de aandacht te brengen. 

Hier vullen wij graag op aan dat volgens ons vooral de 3D vormgeefvaardigheid belangrijk is. 3D modellen worden namelijk voor veel meer gebruikt dan alleen printen. Bijvoorbeeld in games  en virtual reality toepassingen maar ook in de bouw of geneeskunde. Kennis van 3D vormgeving en vaardigheden om dit zelf te doen: daarmee maak je mensen vaardig voor de toekomst. Het printen van de 3D modellen is natuurlijk leuk voor de bezoekers en interessant om te zien hoe dat werkt, maar daar zou niet de focus op moeten liggen. 

Er werden ook veel mitsen en maren genoemd. Waarvan de belangrijkste is dat je als bibliotheek vooral géén printer moet aanschaffen ‘omdat je er een moet hebben’. Onderzoek eerst of er in de regio al partijen zijn die iets dergelijks aanbieden, bijvoorbeeld een FabLab. Als dit niet het geval is, zou de bibliotheek deze functie kunnen oppakken. Mochten er wel al andere partijen zijn, ga dan vooral niet concurreren. Zoek contact met deze partijen en kijk of er een samenwerking mogelijk is. 

Samenwerken met lokale partijen werd sowieso als erg belangrijk benoemd. Bijvoorbeeld met partijen die werken rond erfgoed of kunst. Op die manier kan je namelijk meer inhoudelijke workshops gaan aanbieden, die het niveau van ‘leuk uitproberen’ overstijgen.  

Verder werd als groot nadeel de lange printtijd genoemd. Hierdoor hebben medewerkers er na activiteiten nog veel werk aan om alle printjes te maken. Ook zijn deelnemers vaak teleurgesteld als ze hun printje niet direct mee kunnen nemen. Om deze reden wordt er soms voor gekozen om alleen te ontwerpen en niet te printen. 

Praktische tips

We ontvingen van onze adviserende elektrotechnicus nog een aantal goede praktische tips, die ik jullie natuurlijk niet wil onthouden:

  • Berg je filament op in luchtdichte bakken met vochtvretende korrels (die je weer kan droogbakken in de oven). Filament is namelijk poreus en neemt water op uit de lucht. Dit water kan vervolgens gaan koken in de printkop en hierdoor kan het printen mislukken of je printkop verstopt raken.
  • Maak om de twee printsessies je printbed schoon met I.P.A. alcohol. Gebruik geen Glassex of iets dergelijks, dat vermindert de hechting van het printbed.
  • Zit niet met je vingers aan het printbed. Je vingerafdrukken verslechteren de hechting van het printbed. Gebruik tools om je printjes los te maken van de printplaat. Lees hier meer over tools die je kunt gebruiken.
  • Zorg voor elke print dat je printkop goed schoon is. Haal restjes filament weg met een pincet of met een zacht sponsje.

Conclusie

Zoals je kunt lezen, komt er nogal wat bij kijken als je wilt gaan 3D printen in de bibliotheek. Hopelijk heeft dit artikel je wat meer duidelijk gegeven over alle mogelijkheden (of het heeft nog meer keuze-stress teweeggebracht, dat kan ook).

Een 3D printer is een enorm gave techniek, welke zeker een steeds grotere rol zal gaan spelen in de toekomst. Met name de vaardigheid 3D ontwerpen is belangrijk om kinderen en volwassenen in te trainen. Hierop inspelen als Bibliotheek, lijkt me dan ook niet verkeerd. Maar een 3D printer aanschaffen ‘omdat iedereen dat doet’, is zonde. Onderzoek eerst goed wat de samenwerkmogelijkheden zijn met lokale partijen. Zo kun je ervoor zorgen dat de workshops het niveau ‘sleutelhangers’ ontstijgen. Bedenk ook goed welke extra werkzaamheden een 3D printer met zich meebrengt en wie de kennis en tijd heeft om dit op te pakken.

En als je denkt dat een 3D printer toch niet zo goed past bij jouw bibliotheek, dan is dat natuurlijk ook prima. Je kunt er dan eventueel nog voor kiezen om alleen te 3D ontwerpen, zonder de ontwerpen te printen. En als je ervoor kiest om geen 3D printer aan te schaffen, zijn er natuurlijk nog genoeg andere leuke activiteiten om aan te bieden!

Grote dank gaat uit naar Aniek van Son, eGenius en Mediacoach bij de Bibliotheek Rijn en Venen, Marloes Manshanden, Lees- en Mediaconsult bij de Westfriese Bibliotheken en Sipke Fluitman, Mediacoach en Hoofd-3D printen bij Bibliotheek IJmond Noord voor hun waardevolle input voor deze follow-up.

Reacties (0)

Reageren

Meer blogposts van Britt van Teijlingen