Dat wordt hier niet gelezen

Blog - Toen ik in 2007 voor Bibliotheek Rotterdam ging werken maakte ik in de eerste weken kennis met alle afdelingen. Zo stond ik op een gegeven moment in de uitgestrekte kelder waar een medewerker van het team collectie vertelde over afschrijvingen. Ik zag tussen de bergen stukgelezen romans en beduimelde tijdschriften een stapeltje klassiekers liggen en vroeg wat daar mee gebeurde. Het waren vertaalde werken van Griekse en Romeinse filosofen en toneelschrijvers, mooi uitgegeven boeken. De collectioneur, zelf een liefhebber van boeken en een groot kenner van de wereldliteratuur, zei achteloos: “dat gaat weg, dat wordt hier niet gelezen.”
Ik voelde mij een vegetariër in een slachthuis. Eeuwenlang werden deze klassiekers, vertaald in tientallen talen, bestudeerd en gewaardeerd. Anno 2007 te Rotterdam zou de plaats en het moment zijn dat deze belangstelling was opgehouden te bestaan. Hier klopte iets niet. Bijzonder vond ik ook de zelfgenoegzaamheid waarmee de collectioneur deze afschrijvingen beargumenteerde. Ik was de gek die niet begreep dat dit soort boeken niet meer werden gelezen.
Achteraf begrijp ik goed hoe het systeem van saneren werkt. Oude boeken, achterhaalde boeken, vieze boeken schrijf je af. Boeken waar geen belangstelling meer voor is – al twee jaar niet uitgeleend – kunnen weg. Dat heet klantgericht of vraaggericht werken. Het punt is dat in dit geval twintig eeuwen waardering voor bepaalde werken kennelijk minder telt dan twee jaar negeren van deze werken in Rotterdam. Er is niets mis met deze klassiekers, misschien is er eerder iets mis met de medewerkers van de bibliotheek, die niet in staat bleken deze boeken goed onder de aandacht te brengen van hun ‘klanten’.
'Boeken waar geen belangstelling meer voor is – al twee jaar niet uitgeleend – kunnen weg.'
Bibliotheken doen al jarenlang hun best om hip en actueel te zijn. Toen het er een paar jaar terug even op leek dat het digitale boek het papieren boek overbodig zou maken, zag ik regelmatig opluchting op de gezichten van bibliotheekmanagers en marketeers. Je zag ze denken: eindelijk kunnen we met goed fatsoen afscheid nemen van die stoffelijke boeken en van dat stoffige imago. De bibliotheek zou eindelijk voorop lopen in de digitale transitie. Ik was in die tijd aanwezig op een landelijk overleg waar werd gesproken over klanttevredenheid van de bibliotheekcollecties. Nadat er enkele vergezichten waren gepresenteerd vroeg ik waarom we met zijn allen zo graag afscheid wilden nemen van papieren boeken. De klant had volgens het laatste onderzoek dat we bespraken hier juist de meeste behoefte aan. Ik werd nog net niet met pek en veren de vergaderzaal uitgedragen. Kennelijk deed luisteren naar de klant er in dit geval niet toe.
Buurtsuper
In dezelfde tijd werd het winkelconcept populair bij nieuw te openen vestigingen. Wat vooral opviel, naast de frisse uitstraling, was dat in veel gevallen de collectie was teruggebracht tot actuele titels waar de meeste vraag naar was. Het was de filosofie van de grootste gemene deler: SBS6, Radio 10 gold. Een groot deel van de bibliotheekbezoekers heeft hier voldoende aan, maar voor veel anderen is het onvoldoende. Zij zoeken elders hun heil, vooral hoog opgeleide leden en mensen die online hun weg weten te vinden. Voor de zoekers - jongeren die nog niet weten waar hun interesses liggen, wat ouderen mensen die weer eens tijd hebben om te lezen of bezoekers die niet van huis uit zijn opgegroeid met boeken - komen van een koude kermis thuis. Zij hebben nog niet de gerichte behoefte zich in een gekozen onderwerp, een genre of een schrijver te verdiepen. Zij willen iets leren en vinden een uniforme buurtsuper in plaats van een boekenparadijs.
Om een breed en divers publiek te trekken is het nodig om een brede en diverse collectie in huis hebben, zowel boeken als andere media. Dan zorgt je ervoor dat de kansen groeien dat je voor die ene persoon juist dat ene boek in huis hebt waardoor er een knop omgaat en hij of zij de rijkdom van boeken en verhalen ervaart. We kennen de verhalen van schrijvers die in de bibliotheek hun passie hebben gevonden. Voor Alex Boogers was dat een boek over Mohammed Ali, voor een ander is het een boek over dinosauriërs, een Engelse thriller, een geschiedenis van het Romeinse rijk of die vergeten roman van een Poolse Nobelprijswinnaar. Alles kan verdieping geven, maar dan moet het er wel zijn. Dan moet een bibliotheek het wel zichtbaar in huis hebben. Het liefst in combinatie met een bibliothecaris die de weg wijst.
'Ontlezing wordt als een feit geponeerd.'
In een wereld die gericht is op de vraag van de klant is hier geen ruimte voor. “Dat wordt hier niet gelezen”, komt moeiteloos uit iemands mond. Waarschijnlijk heeft een bibliothecaris die dit zegt nog gelijk ook. Meestal volgt er een opmerking dat er vroeger veel meer werd gelezen. Ontlezing wordt als een feit geponeerd. Maar het gaat er niet om of iets nu niet gelezen wordt. De bibliothecaris moet er juist voor zorgen dat er wel gelezen wordt. De bibliotheek is geen supermarkt waar het hoogste goed is de klant te bevredigen in zijn of haar onmiddellijk behoeften. De sector heeft een opdracht. Met alleen luisteren naar wat iemand nu wil hebben, daarmee voldoe je niet aan deze opdracht. Zou je dit klantgericht denken toepassen in het onderwijs dan zou er weinig nieuws geleerd worden. De bezoeker van de bibliotheek moet ruim kunnen kiezen en zich kunnen verwonderen in het aanbod. Een bibliothecaris moet hen hierin bijstaan en hen niet bevestigen in vooroordelen zoals “dat wordt hier niet gelezen.”
Afname collectieaanbod
De doorgeslagen klantgerichtheid of vraaggerichtheid heeft er sinds het begin van deze eeuw voor gezorgd dat het collectieaanbod in bibliotheken gestaag is afgenomen. Toevallig is in deze tijd de ontlezing toegenomen. Ik zie een verband. Vaak wordt beargumenteerd dat omdat de vraag er niet is, het aanbod verdwijnt. Ik denk dat het juist andersom is. Door het aanbod terug te brengen verandert de vraag en blijft een deel van de mensen die zich zouden kunnen verwonderen in de bibliotheek thuis. Zo bezien draagt dit klantgerichte bibliotheekbeleid bij aan de afname van het lezen. Waar bibliotheken alles in het werk zouden moeten stellen om het lezen in al zijn diversiteit te bevorderen is de treurigmakende conclusie dat de obsessie met vraaggericht werken voor een deel van je publiek het lezen juist heeft tegengewerkt. Een samenhangend probleem is de bibliothecaris die blijft beweren: “dat wordt hier niet gelezen.” Deze mensen zouden een schop onder hun kont moeten krijgen. Nu ga je er voor zorgen dat dat hier wel wordt gelezen. Daar ben je namelijk voor aangenomen.
Alek Dabrowski is Adviseur Collectie & Lezen bij Probiblio. Daarnaast is hij onder andere boekverkoper en redacteur bij een literair tijdschrift.
Reacties (0)