Interview: Arjan Beune neemt afscheid van L&S

Interview: Arjan Beune neemt afscheid van L&S

Arjan Beune is nog tot 1 januari 2019 adjunct-directeur van Stichting Lezen & Schrijven (L&S). Hij is de man achter de ontwikkelingen in het programma Taal voor het Leven. Namens L&S is hij de gesprekspartner voor de bibliotheekbranche. Vijf jaar gelden stond hij aan de wieg van het concept Taalhuis. Binnenkort stapt Arjan Beune op bij L&S. Probiblio kijkt graag met hem terug én vooruit.

Hoe zijn de volwasseneneducatie en het Taalhuis vijf jaar geleden bij elkaar gebracht?
"Binnen het landelijk systeem voor volwasseneneducatie was er nog niet echt een uitwerking van de non-formele educatie. Voor kwetsbare doelgroepen was er, naast de roc’s, een les- of oefenplek nodig waar mensen makkelijk naar toe kunnen gaan voor les in taal en digitale vaardigheden. De VNG had voor de gemeenten de handreiking Transitie educatie naar sociaal domein (2014) geschreven, om meer handen en voeten te geven aan een decentrale structuur voor volwasseneneducatie. We hebben als L&S hieraan meegewerkt. Iedere partij moest vervolgens landelijk en lokaal zijn rol gaan oppakken om de volwasseneneducatie vorm te geven. Het Taalhuis werd gezien als de plek waar mensen samen met vrijwilligers kunnen oefenen en doorverwezen kunnen worden naar formeel leren. Het Taalhuis werd ook het symbool van de lokale samenwerking rond volwasseneneducatie."

Is het gelukt om de volwasseneneducatie voor kwetsbare groepen vorm te geven?
"Voor een deel wel, maar het is niet afdoende. Inmiddels hebben we wel gemerkt dat de Taalhuizen heel goed werken voor een bepaald deel van de doelgroep laaggeletterden zoals de niet-digitaalvaardigen en anderstaligen. Een Taalhuis bereikt dus vaak maar een deel van je totale doelgroep laaggeletterden.
Een belangrijk deel, maar niet alles. Het Taalhuis is vaak een minder geschikte plek voor niveauverhoging omdat je voor lessen ook docenten nodig hebt; er moeten dus echt leerplekken naast het Taalhuis zijn.
Daarnaast is de ene gemeente succesvoller dan de andere. Het mooiste is natuurlijk als je in de samenwerking met taalaanbieders de hele breedte van het formeel en non-formeel onderwijs kunt bieden binnen het Taalhuis of in verbinding ermee. De gemeente kan als lokale eindverantwoordelijke sturing geven; dat is vaak niet gebeurd.
Het is belangrijk dat alle partijen die betrokken zijn bij de volwasseneneducatie helder voor ogen hebben wie wat doet en wat er lokaal voor goede educatie nodig is. Zowel plekken waar je vaardigheden kan oefenen en echte lesplekken, zodat er ook aanbod is voor de verschillende doelgroepen."

Het Taalhuis past goed bij de bibliotheek.
"De bibliotheeksector heeft het concept Taalhuis heel snel opgepakt. Het sloeg blijkbaar aan. Het Taalhuis bleek voor bibliotheken uiteindelijk een soort voorloper van de beweging naar het sociaal domein; van de trend dat de bibliotheek als een soort sociaal makelaar en als oefenplaats optreedt. De bibliotheek moet daarbij wel oppassen dat het Taalhuis geen los dingetje wordt of zichzelf als minischool ziet. De structuur moet dienstbaar zijn aan het doel dat je wilt bereiken: zorgen dat mensen blijven leren en dat gaat gelukkig op veel plekken goed.
Ik had nooit kunnen bedenken dat er nu na zes jaar 480 Taalhuizen zijn. Dat de Taalhuizen zijn ‘ingeburgerd’ in het landelijke beleid van ministeries en van de VNG. Van een idee en concept is het iets dat nu wordt omarmd en gemeengoed is geworden.
Samen met de KB, Stichting Lezen en SPN bespreken we binnenkort hoe we het lokale netwerk zien. Ik juich de ontwikkeling naar ‘Hulp om de hoek’ van harte toe. De doelgroep wil niet meer van loket naar loket gestuurd worden. Elke nieuwe stap die gemaakt moet worden naar een ander loket is kans op verlies. Daarom zie ik ook bijvoorbeeld Boekstart en de Voorleesexpress als onderdeel van het Taalhuis. Als ouders met Boekstart verder gekomen zijn, is het belangrijk dat je ze niet zomaar laat gaan, maar bijvoorbeeld verder helpt met Klik&Tik. Wanneer je iemand over de drempel hebt gebracht, moet je hem proberen vast te houden."

Samenwerken is hartstikke moeilijk.
"Nee, samenwerken is juist simpel! Als je het tenminste echt wil. Bij samenwerking breng jij de eigen doelstelling in, de anderen doen dat ook en dan vind je samen de gemeenschappelijke noemer. In dit geval: hoe kun je er samen voor zorgen dat iemand gaat oefenen en leren."

Heb je voorbeelden van zo’n succesvolle samenwerking?
"De eerste Taalhuis workshop (2013) in bibliotheek Almere waar L&S samen met Probiblio een vliegende start maakte met de introductie van Taalhuizen in de Bibliotheek.
De samenwerking van L&S met de MBO-raad over het belang van de rol van de professionele structuur met docenten in de aanpak volwasseneducatie.
De regionale vrijwilligersdagen waar heel veel taalvrijwilligers naar toe kwamen en waar samenwerkingspartijen graag inhoudelijk aan bij wilden dragen.
Samenwerking kan soms tot gevolg hebben dat er dingen gaan veranderen. Dat is niet voor iedereen even makkelijk omdat je dan aan bestaande structuren komt. Samenwerken moet je vooral doen met partijen die daar zin in hebben; die met elkaar willen bedenken wat ze echt willen. Als het verhaal inhoudelijk goed is met mooie resultaten, volgt het geld min of meer vanzelf.
En… samenwerken vraagt soms ook dat je moet accepteren dat zaken tijd kosten voor het tot een geïntegreerde aanpak komt. Terwijl je ongeduldig bent, omdat je weet dat laaggeletterden eigenlijk niet zouden moeten wachten.
Na al die tijd ben ik wel behendiger geworden in het doorzien en vermijden van valkuilen. Heb sneller door of mensen écht willen, of er mankracht zit en of het ook echt gaat gebeuren."

Heb je een samenwerkingstip?
"Probeer je open en kwetsbaar op te stellen. Hoe moeilijk dat ook is, het brengt je uiteindelijk verder."

Wat vind je van de ambitie van de bibliotheek om meer NT1’ers te bereiken?
"De bibliotheek is fantastisch in het bereiken van de niet-digitaalvaardige doelgroep, de anderstaligen en inburgeraars; zij komen graag naar de bibliotheek.
Maar de NT1-doelgroep herkent zich minder in de bibliotheek. De bibliotheek moet zich mijns inziens niet zozeer richten op de NT1doelgroep zelf, behalve als het gaat om digitale vaardigheden, maar op de partners die de doelgroep in huis heeft zoals de Voedselbank of welzijnsorganisaties. Die partner heeft misschien hulp nodig. Met de partner bespreekt de bibliotheek wat je voor hun doelgroep kan betekenen. Op dezelfde manier zoals dit gebeurt bij de Bibliotheek op School een vergelijkbare ontwikkeling van de Bibliotheek bij de Voedselbank. Dat zou ik veel logischer vinden.
Interessant is om na te denken hoe je andere organisaties helpt door bij hen de bibliotheekkennis en -kunde over het inspireren van NT1’ers in te zetten. Soms overschatten we ons eigen kunnen en onderschatten we de kracht van lokale partners om dingen voor de doelgroep voor elkaar te krijgen."

Wat vond je bijzonder aan je jaren bij L&S?
"De gesprekken en contacten met de mensen, zowel in mijn organisatie als met al die samenwerkingspartners. En wat eruit springt, zijn de laaggeletterden zelf: de vaak kwetsbare burgers waar het over gaat. Ik heb veel respect voor hoe zij zich weten te handhaven in de snelle en veranderende wereld. Dat had ik me vooraf onvoldoende gerealiseerd. Dat heeft me echt verrijkt. Daarnaast is het ook bijzonder dat er veel meer mogelijk blijkt te zijn dan ik vooraf dacht, dat we met elkaar veel meer voor elkaar gekregen hebben dan ik had kunnen denken."

Wat wens je L&S en de bibliotheeksector toe?
"Ik wens L&S toe dat zij de ruimte krijgt om haar ondersteuningsfunctie met kennis en innovatiefunctie verder te verbeteren samen met al die lokale en nationale partners. Drie dingen wens ik de bibliotheeksector toe. Ik wens hen soms wat meer ontspannenheid toe en kennis over waar ze al goed in zijn en waar anderen beter in zijn. Dat maakt je sterker. En bovenal waardering voor wat ze doen. Er zit zoveel energie, kennis en passie in jullie sector. Heerlijk. Daar zit echt muziek in."

Reacties (0)

Reageren