De vraag naar de vaccinatiestatus van medewerkers, hoe zit het precies?

Bron: Nieuwsbrief van PrivacyAnders, 29 september 2021. 

De vaccinatievraag. Hoe zit het precies?

De vraag naar de vaccinatiestatus van medewerkers. Met eventueel de bijbehorende vraag naar hersteld of getest zijn. Werkgevers en leidinggevenden willen ‘m stellen. Werknemers willen de vraag niet gesteld krijgen.

Een plicht en een recht lijken hier te botsen. Voor werkgevers de wettelijk vastgelegde plicht tot het zorgen voor een veilige werkomgeving voor alle werknemers. Voor werknemers het recht op privacy van de eigen persoon en het niet hoeven prijsgeven van gezondheidsinformatie.

PrivacyAnders wilde weten hoe het nu precies zit met het wel of niet mogen stellen van de vaccinatievraag en zocht het uit.

1. De kant van de werkgever, je kunt er niets mee dus waarom vragen

Mag een werkgever, of leidinggevende als vertegenwoordiger van de werkgever, een medewerker vragen naar zijn of haar vaccinatiestatus?

Als je de AVG er op naslaat is het niet verboden. Het alleen vragen naar de vaccinatiestatus zonder registratie ervan valt niet onder het toepassingsgebied van de AVG. Mits de verkregen informatie niet wordt opgenomen in een bestand en er geen geautomatiseerde verwerking plaatsvindt. Dat is bij het stellen van de vraag en het niet vastleggen van het antwoord het geval.

Feit is echter dat een werkgever niets kan met de verkregen informatie. Bijvoorbeeld door deze op te nemen in een bestand en het vervolgens op basis daarvan ‘gedifferentieerd’ behandelen van medewerkers. Dan is er sprake van het verwerken van bijzondere persoonsgegevens en dat is volgens de AVG verboden. Bovendien bestaat voor een dergelijk gedifferentieerd behandelen van medewerkers geen wettelijke basis en valt het al vlug onder de noemer discriminatie.

Praktisch gezien is het verder de vraag wat een werkgever ermee opschiet als vragen wel mag, maar iets met de informatie doen niet. Waarom de vraag dan überhaupt stellen?

Bovendien, ook als de AVG niet van toepassing is kan inbreuk worden gedaan op het grondrecht van privacy van medewerkers. Vragen naar persoonsgegevens is niet meteen toegestaan als dit niet onder het toepassingsgebied van de AVG valt.

2. De kant van de medewerker en de gezagsverhouding met de werkgever

Iedere persoon heeft een in de AVG opgenomen ‘recht op bescherming van grondrechten en fundamentele vrijheden en met name op bescherming van persoonsgegevens’, in de wandeling een recht op privacy genoemd. Een medewerker kan de vraag naar zijn of haar vaccinatiestatus beantwoorden. Of gewoonweg niet, daartoe bestaat immers geen verplichting.

Een werknemer kan zich vanwege de gezagsverhouding met de werkgever echter onvrij voelen de vraag onbeantwoord te laten. Deze gezagsverhouding vloeit voort uit de rol van de werkgever bij situaties als bijvoorbeeld beoordeling, promotie, reorganisatie. Als gevolg daarvan is er een prikkel voor de werknemer om welwillend te zijn om geen toekomstig nadeel te ondervinden.

Aan de basis hiervan ligt de AVG-verplichting dat het afgeven van persoonsgegevens altijd een geheel vrije, onbeïnvloede wilsuiting moet zijn.

Hoe onschuldig de vaccinatievraag ook, werknemers kunnen zich gedwongen voelen onvrijwillig privacygevoelige informatie te delen. Ook wordt niet overal neutraal tegen niet-gevaccineerden aangekeken, de houding van de overheid is daar een voorbeeld van. Redenen voor beladenheid van het onderwerp en voor medewerkers om de vaccinatiestatus niet te willen delen.

3. Wat zegt de Autoriteit Persoonsgegevens?

De ‘guidance’ van de Autoriteit Persoonsgegevens op haar website is in lijn met het bovenstaande.

‘Er is momenteel geen specifieke wetgeving waarin is geregeld dat werkgevers gezondheidsgegevens van werknemers mogen verwerken. Alleen de arbodienst en bedrijfsartsen mogen deze gegevens verwerken bij bijvoorbeeld ziekteverzuim of re-integratie van werknemers. De huidige wetgeving biedt dus geen specifieke basis voor werkgevers om gegevens over coronavaccinaties van werknemers te registreren.’

4. Het PrivacyAnders-advies

Stel als werkgever of leidinggevende niet de vraag naar de vaccinatiestatus van medewerkers. Niet in het formele gesprek. Evenmin in het informele gesprek, zoals tijdens de koffie. Volg daarmee de privacyregels. En voorkom dat medewerkers in de situatie terecht komen dat ze gezondheidsinformatie prijsgeven die ze niet willen delen.

Dit behoudens toekomstige ontwikkelingen, zie het volgende.

5. Dit behoudens toekomstige ontwikkelingen

De minister van Volksgezondheid heeft aangekondigd dat hij voor de zorgsector het vaststellen van de vaccinatiestatus mogelijk wil maken. Daarnaast wil hij verkennen of en hoe het coronatoegangsbewijs gebruikt zou kunnen worden in de zorg en ook in andere werksituaties.

Werkgeversorganisaties pleiten voor meer ruimte om te controleren of werknemers zijn gevaccineerd. In een enquête zeggen bedrijven dergelijke kennis te willen gebruiken om negatieve testuitslagen op te vragen of extra beschermingsmaatregelen te nemen. Een deel denkt ook aan verdergaande consequenties zoals het op non-actief stellen van werknemers.

Daarvoor is waarschijnlijk nieuwe wetgeving nodig. Vooralsnog is dit niet aan de orde.

6. Tenslotte, ontboezemingen van collega’s onder elkaar

Ontboezemingen die collega’s onder elkaar doen liggen buiten de directe invloedssfeer van een werkgever of leidinggevende. Het ligt in de rede om daar als werkgever of leidinggevende afstand van te houden. Het uitdragen dat de vaccinatiestatus een privéaangelegenheid is, is een mogelijkheid.

© PrivacyAnders, Michiel Wilhelm