
“Bij co-creatie draait het om verbinding, niet om perfectie”
Hoe maak je een museum meer herkenbaar en relevant voor de inwoners van Noord-Holland? Met het project Gezichten van Noord-Holland liet het Frans Hals Museum kunstenaars in co-creatie met inwoners – waaronder jongeren – nieuwe portretten maken, geïnspireerd op portretten uit de collectie van het museum. Meike Scholten, senior educator en senior Educator Jeugd & Jongeren, vertelt hoe hun proces van co-creatie verliep en welke lessen bibliotheken hieruit kunnen trekken.
Wat was de doelstelling en bedoelde impact van het project?
“Het Amsterdams Museum (AM) en Frans Hals Museum (FHM) hebben beiden een grote collectie 16e en 17e eeuwse kunst, met veelal portretten die weinig representatief zijn voor de bezoekers van nu. Doel van de tentoonstelling is om meer representatie, verbinding en herkenning teweeg te brengen. De balans een beetje herstellen, zou je kunnen zeggen. Met Gezichten van Noord-Holland hebben we een call uitgezet naar kunstenaars om, in co-creatie met een specifieke groep uit de samenleving, één of meerdere nieuwe portretten te maken. Zo ontstond er niet alleen nieuw werk, maar ook nieuwe verbindingen tussen mensen, verhalen en kunst.”
Hoe zijn jongeren hierbij betrokken?
“We hebben bewust ingezet op diversiteit in leeftijd en achtergrond. Jongeren zijn bijvoorbeeld betrokken via scholen, buurthuizen en bibliotheken. Er waren co-creatiesessies waarin kunstenaars samen met jongeren portretten maakten. Belangrijk was dat jongeren niet alleen meededen als ‘model’, maar dat hun ideeën en verhalen onderdeel werden van het kunstwerk. We wilden dat het echt met, voor en door hen gebeurde. Ook stuurden we ‘maakpakketjes’ met materialen als aquarelkrijt en knip-bladen met daarop neuzen, oren, ogen en monden van kunst uit onze eigen collectie, die je thuis zelf kon gebruiken om te verwerken in je collage.”

Kun je een mooi voorbeeld delen?
“Bij de co-creatie in Zaandam kregen twaalf jongeren uit verschillende wijken van de stad een workshop van fotograaf Ruben Timman. Hij leerde de jongeren om elkaar te fotograferen: ze maakten dus een portret van een ander. Daarna bewerkte ieder zijn of haar eigen foto en schreef er een persoonlijke tekst bij. De portretten hangen allemaal in een cirkel in de tentoonstellingsruimte. ‘Iemand stelde voor om met z’n allen in een cirkel te staan. Zo konden ze echt voelen hoe het is als twaalf portretten je van alle kanten aankijken. De foto’s zijn symbool voor echte verbinding en uitwisseling, op zowel persoonlijk als artistiek vlak. Zoiets geeft zelfvertrouwen en kracht, prachtig.”
Wat zijn sterke en verbeterpunten van deze aanpak van co-creatie?
“Sterk is dat we van tevoren onze definitie van co-creatie hadden vastgelegd. Co-creatie is in ons geval een driehoek tussen museum, kunstenaar en community. e werkten met vier kernwaarden:
- gelijkwaardigheid van alle deelnemers
- kracht: elke partij behoudt de eigen regie
- wederkerigheid: iedereen brengt iets in en krijgt iets terug van de samenwerking
- verbondenheid: met het project en met elkaar
Bij alle stappen – van idee tot presentatie – namen we alle betrokkenen – zowel kunstenaars als deelnemers – mee. Dat zorgde voor de verbinding en gelijkwaardigheid. Maar het vraagt wel om duidelijke afstemming of iedereen deze waarden op dezelfde manier interpreteert. In de opstartfase hadden we een project waarin de kunstenaar veel eigenaarschap nam, maar de deelnemers uit de community waarmee de kunstenaar zou werken nog weinig inbreng hadden. Daar hebben we van geleerd: voer vooraf een open gesprek over wat je onder co-creatie verstaat en hoe je dat in de praktijk brengt.
Verder is het belangrijk om veiligheid te waarborgen. Zet deelnemers niet onverwachts voor het blok, bijvoorbeeld met persmomenten. En wees flexibel: soms moet je halverwege het plan bijstellen. Eigenlijk is dit een intrinsieke eigenschap van co-creatie: je ontwikkelt samen een basis-idee en checkt voortdurend bij elkaar of het nog klopt. Dat betekent dat je onderweg bouwt aan het eindresultaat – en dat dit dus nooit van tevoren al vast staat.”
Senior educator en senior Educator Jeugd & Jongeren Frans Hals Museum

Hoe hebben jullie de impact gemeten of geëvalueerd?
“De BIS-subsidie waaruit dit project is gefinancierd, vraagt ook om relevantie voor inwoners. Voor ons was succes niet alleen een kwantitatief verhaal, maar vooral kwalitatief: meer oog hebben voor de mensen voor wie je werkt en het vergroten van hun betrokkenheid. Hiervoor moesten we wel eerst intern draagvlak vinden, want het museum is gewend het succes van een tentoonstelling te meten aan de bezoekersaantallen. En bovendien ook gewend aan een werkwijze waarin je meer lineair werkt: dus een strak plan, en dat uitvoeren. In plaats van ‘onderweg herzien’.
We hebben een impactonderzoek aan dit project gekoppeld, en gewerkt met aftervisit-formulieren om te evalueren wat deelnemers aan de co-creatie én bezoekers van de tentoonstelling nu eigenlijk vonden/dachten. Daar zijn mooie inzichten uit voortgekomen. Lessen over hoe je samenwerkt bijvoorbeeld, of verhalen van deelnemers die zich door dit project heel erg gesteund hebben gevoeld in het ontwikkelen van zelfvertrouwen. Bezoekers gaven aan dat de workshops die we bij de tentoonstelling hebben georganiseerd erg werden gewaardeerd, en ook gaven mensen aan zich te herkennen in de kunst die ze zagen in de tentoonstelling.”
Wat zijn lessen voor bibliotheken?
- Definieer vooraf wat je onder co-creatie verstaat en leg dat vast met alle betrokkenen.
- Bewaak gelijkwaardigheid: geef deelnemers, inclusief jongeren, een echte stem in het proces en betaal alle partijen naar rato. Maak ook jouw eigen aandeel en expertise niet ondergeschikt in de samenwerking.
- Wees flexibel en durf te experimenteren: Houd er rekening mee dat je altijd wel iets vergeet. Het proces van co-creatie en de lessen die je leert, is net zo belangrijk als het resultaat.
- Gebruik je netwerk (bijvoorbeeld scholen of buurthuizen) om ook moeilijk bereikbare doelgroepen te betrekken.
- Meet impact breed: kijk niet alleen naar aantallen, maar ook naar de kwaliteit van de verbindingen die zijn ontstaan.
Meike besluit: “Je bestaat bij de gratie van je publiek. Als je rekening houdt met wat voor hen belangrijk is, lever je iets op dat veel meer is dan een project of tentoonstelling. Dan maak je echte verbinding. Bovendien: alleen een samenwerking die vanuit gelijkwaardigheid en gezamenlijke betrokkenheid is opgezet heeft op de lange termijn écht kans van slagen.”
Foto in de header: Frans Hals Museum
Overige foto’s gemaakt door Sigrid van der Ploeg
Nieuw project: De Jonge Lichting
Meike Scholten: “Huidige BIS-project (’25-’28) waar we aan werken heet ‘De Jonge Lichting’. Hierin werken we samen met Stedelijk Museum Alkmaar en Amsterdam Museum aan het betrekken van jongeren tussen de 16-26 jaar bij onze musea en collecties – en is het streven omgekeerd ook dat we jonge mensen écht iets kunnen bieden. Wat willen zij? Wat vinden ze belangrijk? Hoe kunnen we daar als musea aan bijdragen?”
Meer weten? Bekijk alvast de vacature voor jongeren
Het plan is op te vragen via m.scholten@franshalsmuseum.nl.