Cubiss gaf het Ministerie van Verbeelding opdracht voor een visie op collectiebeleid. Het ministerie noemt de visie tegendraads en heeft haar als titel gegeven: Via connectie naar collectie. De gangbare slogan – als het gaat om de overgang van de klassieke Bibliotheek naar een nieuwe Bibliotheek – luidt ‘Van collectie naar connectie’.

Hiermee bedoelen beleidsmakers dat we af moeten van de focus op boeken en andere bronnen. Hier is namelijk minder behoefte aan. De kracht ligt in het leggen van verbindingen: tussen informatiebronnen, instellingen en mensen. Jammer is dat beleidsjargon vaak de bedoelingen vertroebelt. De gemiddelde bibliothecaris begrijpt niet wat er aan de hand is. Collecties worden ten bate van het ideaal ingekrompen, het gebruik neemt af en de voorspelling van dalende behoefte komt zowaar uit.

Oorspronkelijk nieuwsbericht Cubiss en stuk Collectioneren nieuwe stijl: ‘via connectie naar collectie’

Het is goed dat het Ministerie van Verbeelding hier eens visionair naar kijkt. Eerder had de in Rotterdam gevestigde Raad van Inzicht eenzelfde kritische blik op dit fenomeen geworpen. Dit leidde niet tot een nota, wel tot meewarig hoofdschudden.

Het ministerie schrijft: ‘De vrees dat de Bibliotheek teveel vereenzelvigd wordt met uitlenen, heeft tot gevolg dat het belang van die collectie in allerlei media-uitingen en beleidstukken wordt gemarginaliseerd.’ Zij zien dit enerzijds als een gevaar, anderzijds zijn ze niet achterlijk op dat ministerie: er is wel degelijk een verandering gaande.

In beleidsstukken lees je vaak een passieve formulering: de Bibliotheek biedt ruimte. Actieve verbinding met de collectie ontbreekt. De maatschappelijk rol vervullen bibliotheken met het ondersteunen van basisvaardigheden aan individuelen. Los hiervan bieden bibliotheken culturele activiteiten aan voor meestal andere individuen. Zorg je hiermee voor connectie? Leg je hierdoor verbinding?

De auteurs van het stuk geven zelf het ontkennende antwoord. Zij pleiten voor collectie als dé inspiratiebron: via connectie naar collectie. Deze inspiratiebron is heel breed. Collectie bestaat ook uit verhalen van mensen, van kennis en vaardigheden bij het publiek. Om dit te ontsluiten en te verbinden is een andere inzet van medewerkers nodig.

Veel bibliotheken beseffen dit. Net zoals zij beseffen dat er meer samenwerking tussen collectieteam en programmateam nodig is om dit te organiseren. Dit is één van de aanbevelingen van het ministerie. En zo beseffen wij bij Probiblio dat bibliotheken hierbij ondersteund willen worden. Het verbinden van collectie en lezen met (sociale) activiteiten is het uitgangspunt van De Lonkende Leestafel. Dit kan heel divers zijn: open podia bieden, bezoekers betrekken bij je programmering, koken in de bieb, pop-up leesclubs in de kroeg, bij een festival of buurtfeest of desnoods geld weggeven om boeken te kopen.

Om de mogelijkheden aan de Lonkende Leestafel te benutten is een actieve houding bij de bibliothecaris noodzakelijk. Daarbij moet hij flexibel kunnen en mogen zijn. Of collectie of connectie het beginpunt is doet niet ter zake: van collectie via connectie naar collectie, et cetera. Nodig zijn goede bibliothecarissen die de boer op gaan om mensen aan te spreken en met elkaar te verbinden, met in hun rugzak alles wat collectie mag heten.

Het ministerie van verbeelding citeert Laurie Putnam. Ik citeer dit citaat vervolgens: ‘Wij hebben mensen en plaatsen nodig waar wij kunnen leren en die ons inspireren. Onze wereld heeft bibliotheken en bibliothecarissen meer dan ooit nodig!’