Gecijferdheid in getallen: hoe staat Nederland ervoor?

Blog Basisvaardigheden
Gepubliceerd op 20 juni 2025

Door Ruby Dunkes

Op 25 maart 2025 vond de vierde landelijke conferentie van Gecijferdheid Telt Mee! plaats. Tijdens deze dag doken Marieke Buisman (Kohnstamm Instituut) en Kees Hoogland (Hogeschool Utrecht) dieper in op de belangrijkste uitkomsten van het PIAAC-onderzoek op het gebied van gecijferdheid. Hoe is gecijferdheid precies getest in dit onderzoek? En wat betekenen de cijfers voor lokaal, regionaal en landelijk beleid? Ik geef je een inkijkje in de methode van PIAAC en breng je op de hoogte van de belangrijkste uitkomsten. 

Wat is het PIAAConderzoek? 

PIAAC staat voor Programme for the International Assessment of Adult Competencies. Dit is een grootschalig internationaal onderzoek naar de kernvaardigheden (ook wel basisvaardigheden genoemd) van volwassenen. Het onderzoek wordt elke 10 jaar door OECD uitgevoerd in 31 landen en helpt in kaart te brengen hoe volwassenen omgaan met alledaagse informatie, op het werk en daarbuiten.

Het eerste PIAAC-onderzoek (PIAAC-I) vond plaats in 2012. In 2024 is het tweede onderzoeksrapport (PIAAC-II) gepubliceerd, waarvan de data zijn verzameld in 2022-2023. Er wordt specifiek gekeken naar de taalvaardigheid, rekenvaardigheid en het probleemoplossend vermogen van volwassenen (16-65-jarigen). In Nederland is voor PIAAC-II ook de groep 66- tot 75-jarigen onderzocht, omdat de groep ouderen in Nederland groeit en deze groep oververtegenwoordigd is onder volwassenen met lage basisvaardigheden. In totaal deden 18.011 mensen in Nederland mee aan PIAAC-II. Bron: Onderzoeksrapport PIAAC 2023

Wat is het verschil tussen rekenen en gecijferdheid? 

Gecijferdheid is het zelfstandig en met vertrouwen omgaan met getalsmatige informatie, zoals getallen, tabellen en grafieken. Anders dan bij rekenen, gaat het hierbij om het interpreteren, begrijpen en gebruiken van gecijferde informatie in de praktijk. Denk aan boodschappen doen, medicatie innemen en het gebruik van een navigatie-app. De context is onlosmakelijk verbonden met gecijferd gedrag, en omvat onder andere dagelijkse situaties en de werkcontext. 

Hoe wordt een PIAAC-test afgenomen bij deelnemers? 

Een onderzoeker komt bij mensen aan huis om de testopgaven af te nemen. Deelnemers voeren verschillende functionele tests uit. Dat wil zeggen: vaardigheden worden altijd in een realistische context en aan de hand van relevante thema’s gemeten. Het gebruik van hulpmiddelen, zoals een rekenmachine, is hierbij toegestaan. Dit is een relatief eenvoudige voorbeeldvraag die gecijferdheid meet: 

Bekijk het meetresultaat op de weegschaal. Wat is het gewicht in kilogram (kg) dat de weegschaal aangeeft? Geef uw antwoord met één cijfer achter de komma.

 Vaak worden de opgaven ondersteund door afbeeldingen van fysieke objecten die te maken hebben met de context. De afbeeldingen staan altijd los van de vraag, omdat de vraag en de context in de werkelijkheid ook niet bij elkaar staan. Dit is een iets complexere voorbeeldvraag die gecijferdheid meet: 

‘’Bekijk de temperatuur in de vriescel. Is de temperatuur binnen het toegestane bereik?’’ 

Welke cognitieve vaardigheden zijn nodig voor gecijferdheid? 

Er zijn ook complexere vragen, waar meerdere stappen voor nodig zijn. Gecijferdheid vraagt om allerlei cognitieve processen, ook wel hogere orde vaardigheden genoemd. Denk aan het analyseren van de situatie, probleemoplossend vermogen en kritisch evalueren van gecijferde informatie. Een voorbeeld van een complexere vraag is de opdracht waarbij deelnemers een behang-app gebruiken voor het berekenen van het behang dat ze nodig hebben. Daarvoor moeten ze o.a. een plattegrond van een kamer kunnen interpreteren en de rollengte en rolbreedte van het behang kunnen invullen in de app. 

Hoe gaat het met gecijferdheid in Nederland? 

Voor gecijferdheid staat Nederland in de top 5 van alle landen die meededen aan PIAAC-II, net als voor de andere kernvaardigheden. Dat betekent dat Nederland het relatief goed doet op het gebeid van gecijferdheid. Dit geldt ook voor jongeren (16-24-jarigen), die hun eerste plek voor gecijferdheid delen met 6 andere landen. Toch hebben 1,75 miljoen Nederlanders een laag niveau (niveau 1) van gecijferdheid. Dit houdt in dat ze bijvoorbeeld moeite hebben met het chronologisch ordenen van gebeurtenissen of het verdelen van geld. We spreken bij deze groep van beperkte gecijferdheidsvaardigheden, omdat de term laaggecijferdheid stigmatiserend is. Volwassenen met beperkte gecijferdheidsvaardigheden kunnen eenvoudige basisberekeningen uitvoeren in herkenbare contexten. Denk aan het tellen of sorteren van getallen of het rekenen met percentages als 50%.  

Gemiddelde gecijferdheidsvaardigheden van de 10 hoogst-scorende landen (16-65-jarigen). Bron: Onderzoeksrapport PIAAC 2023.

De spreiding van gecijferdheidsvaardigheden is in Nederland relatief hoog. De spreiding is de mate waarin verschillen in vaardigheden aanwezig zijn in de bevolking van een land. Voor gecijferdheid geldt dus we hoge gemiddelde scores halen, maar dat er veel verschil zit in gecijferdheidsvaardigheden in de Nederlandse bevolking. 

Spreiding van gecijferdheidsvaardigheden van de 5 hoogst-scorende landen (16-65-jarigen). Bron: Onderzoeksrapport PIAAC 2023.

Welke factoren hangen samen met gecijferdheidsvaardigheden? 

De resultaten laten zien dat gecijferdheid sterk samenhangt met opleidingsniveau. In de groep met het laagste opleidingsniveau (basis- of speciaal onderwijs) scoort 40% van de mensen op niveau 1. Dat betekent dat 4 op de 10 volwassenen die maximaal basis- of speciaal onderwijs hebben afgerond, moeite hebben met gecijferde situaties. Ook hangt het niveau van gecijferdheid samen met de arbeidsmarktpositie. Mensen die het laagste niveau van gecijferdheid (niveau 1) hebben, zijn vaker werkloos en hebben vaker geen vast arbeidscontract dan de mensen met hogere gecijferdheidsvaardigheden. Daarnaast hangen beperkte gecijferdheidsvaardigheden sterk samen met een lagere ervaren gezondheid en lager sociaal vertrouwen.  

Spreiding van gecijferdheidsvaardigheden van de 5 hoogst-scorende landen (16-65-jarigen). Bron: Onderzoeksrapport PIAAC 2023.

Gecijferdheid: use it or lose it? 

In PIAAC-II heeft Nederland, net als Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten, ook de groep 66- tot 75-jarigen onderzocht. 33,1% van de ouderen in Nederland heeft beperkte gecijferdheidsvaardigheden, ten opzichte van 15,5% van de 16- tot 65-jarigen. Opvallend is dat de kans op beperkte gecijferdheidsvaardigheden bij ouderen bijna 2 keer zo groot is voor vrouwen dan voor mannen. Daarnaast beschikt maar 4,5% van de ouderen over het hoogste niveau van gecijferdheid (niveau 4). Vaak neemt het niveau van cognitieve vaardigheden, zoals gecijferdheid, af wanneer mensen stoppen met werken. Ook voor gecijferdheid geldt dus: ‘’use it or lose it’’ – wanneer je je gecijferdheidsvaardigheden regelmatig blijft gebruiken, helpt dit om ze op latere leeftijd te behouden.