Hoe ga je een samenwerking aan tussen een maakplaats en een BSO?

Blog Educatie
Gepubliceerd op 15 september 2023

Door Aniek van Son

Een samenwerking met een BSO kan interessant zijn. Tóch weten bibliotheek en de BSO elkaar nog niet altijd te vinden. Adviseur Digitale geletterdheid Aniek van Son nam de samenwerking van Bibliotheek Gouda met een BSO bij hen in de buurt onder de loep en vertel wat we ervan kunnen leren.

Een samenwerking met een BSO kan interessant zijn: de bieb ontvangt bezoekers voor de maakplaats, kinderen maken kennis met de maakplaats en de BSO heeft een uniek aanbod. Hoe mooi de samenwerking ook lijkt, toch weten de bieb en de BSO elkaar vaak nog niet te vinden. Bij Bibliotheek Gouda werd besloten om wel de samenwerking op te zoeken en gebruikten ze het afgelopen half jaar als pilotjaar. Tijdens deze 6 maanden was ik nauw betrokken bij het bedenken en uitvoeren van de workshops, de gesprekken met de kinderen en een evaluatie met de BSO zelf.

De workshops varieerden van 3D-ontwerpen van pionnetjes voor een spelbord tot aan robots bouwen met BYOR (een combinatie van techniek en technologie). Maar ook van superhelden voor stripverhalen bedenken tot stopmotion filmpjes in elkaar draaien.

Bevindingen en advies

Wil jij graag samenwerken met een BSO en ben je er klaar voor om de eerste stappen te zetten? Neem de volgende punten dan mee tijdens besprekingen met de BSO en bij het samenstellen van je aanbod:

Van tevoren

  • Bedenk waarom je de samenwerking met een BSO opzoekt. Werk je bijvoorbeeld al veel met lokale partners samen? Wil je een nieuwe doelgroep bereiken of meer bezoekers trekken?
  • Besef dat een BSO is voor de buitenschoolse opvang. Ook al wil je je workshops educatief maken, ze moeten niet te schools aanvoelen en meer gericht zijn op vermaak. Na een schooldag hebben kinderen beperkte concentratie, dus vermijd te moeilijke onderwerpen zoals coderen die veel uitleg vereisen.

Het gesprek met de BSO

  • Bespreek tijdens een oriënterend gesprek de visie en houding van de BSO ten opzichte van (maak)onderwijs.
    – Wat voor basis hebben de kinderen?
    – Wat wordt er op de BSO aangeboden, werken ze bijvoorbeeld al met gereedschap?
    – Waar willen ze de focus opleggen (mediawijsheid, computational thinking, techniek, …)?
    – Wat voor vrijheid krijgen de leerlingen?
  • Spreek verwachtingen van zowel de leerlingen als de pedagogische medewerkers uit. Noteer de verwachtingen en stuur ze na afloop van het gesprek rond zodat voor beide partijen helder is waarom jullie de samenwerking gaan onderzoeken en wat jullie ermee willen bereiken.
    – a. Sta erop dat de BSO bij hun kinderen inventariseert wie er gemotiveerd is om de middag in de maakplaats door te brengen en wie niet.
  • Bespreek of het haalbaar is voor de BSO om de kinderen naar de maakplaats te krijgen. Mijn ervaring is dat een BSO die zich in de buurt bevindt op de fiets stapt en met een begeleider richting de bieb fietst. BSO’s die zich verder weg bevinden moeten misschien vervoer regelen. Besef dat deze tijd waarschijnlijk van de workshop afgaat en vraag je af of het dan nog wel waard is.
  • Ontwikkel na het gesprek een plan voor workshops en stel voorwaarden vast zoals duur, aantal kinderen, kosten, en regels. Informeer de BSO.

De workshops

  • Een BSO is een unieke kans om een lessenreeks in te zetten – van bijvoorbeeld 3 lessen – waarbij de lessen oplopen in moeilijkheidsgraad en je dieper op een onderwerp in kan gaan.
  • Mik op workshops van 2 uur. Anderhalf uur kan ook, maar wanneer de kinderen doorkomen vanuit school en nog even wat willen eten en drinken dan is het aan de krappe kant.
  • Een groep van ongeveer 10 leerlingen is een mooi aantal voor 1 begeleider om mee aan de slag te gaan.
  • Mix jongens en meisjes. Bij Bibliotheek Gouda ontving ik verschillende groepen: een groep jongens, een groep meisjes, en een paar gemixte groepen. De gemixte groepen werken juist erg leuk omdat jongens en meiden beide opdrachten op een andere manier aan/oppakken. Op die manier leren ze van elkaar en pakken ze er hopelijk ander gereedschap bij.

Tijdens de workshops

  • Laat de docent meelopen tijdens de workshops. Op die manier wordt meteen een basis gecreëerd bij de pedagogische medewerker. De docent ontdekt wat er mogelijk is en hoe bepaalde technieken werken.
  • Let erop dat de begeleiders de leerlingen vrijlaten en laten experimenteren met gereedschappen en ideeën. In een maakplaats gaat het om het proces en dat de leerlingen de vrijheid voelen om zelf iets te creëren. Wij volwassenen werken graag resultaatgericht en vinden het toch wat spannend wanneer er bijvoorbeeld stanleymessen en zagen aan te pas komen. Over het algemeen kunnen kinderen die verantwoordelijkheid wel dragen.

Na de workshops

  • 13. Evalueer! Intern, maar uiteraard ook met de BSO.
    – Hoe zijn de workshops verlopen?
    – Hoe hebben de kinderen de workshops ervaringen?
    – Tegen welke moeilijkheden liepen jullie aan?
    – Welke workshops vielen in de smaak?
    – Was er genoeg tijd?
    – Hebben jullie aan de vastgestelde verwachtingen voldaan? Zo nee, wat had er dan moeten gebeuren?

Het ontdekken van een nieuwe samenwerking gaat uiteraard niet zonder slag of stoot. Wees je hiervan bewust en communiceer transparant met de BSO. Beschrijf de eerste maanden van de samenwerking als pilot en maak hier dan ook zeker gebruik van: doe, probeer en evalueer. En blijkt naschools toch niet te werken omdat de kinderen dan willen chillen? Tijdens de vakanties is er veel meer enthousiasme om te komen en aan de slag te gaan!