Onderzoek 2025: Wat speelt er bij programmamakers in de bibliotheek?
In het voorjaar van 2025 voerde Probiblio een enquête uit onder programmamakers in bibliotheken in Noord- en Zuid-Holland. Het doel? Meer inzicht krijgen in hoe programmering in de praktijk wordt vormgegeven, welke rollen programmamakers zichzelf toedichten en waar hun behoeften liggen. Geen aannames, maar feiten. De resultaten zijn waardevol voor het team Programmering van Probiblio en we delen dit graag met alle programmamakers.
Van de 71 benaderde programmamakers vulden 39 de vragenlijst volledig in en 8 deels. De deelnemers kwamen uit bibliotheken van verschillende grootte en werkgebieden, van klein en landelijk, tot heel groot en stedelijk.
Ruimte om te programmeren
Alle programmamakers beschikken over een ruimte om te programmeren, meestal een vaste zaal in de bibliotheek. Een kwart heeft ook toegang tot een externe locatie. In kleinere bibliotheken is die externe ruimte zeldzaam.
De rol van de programmamaker
De meeste programmamakers zien zichzelf als creatief conceptontwikkelaar en trendwatcher/verkenner. Rollen als marketeer of zakelijk leider worden minder vaak genoemd. Opvallend is dat programmamakers in kleine bibliotheken zichzelf vaker als marketeer zien dan hun collega’s in grote instellingen.
Inspelen op trends
Hoewel alle respondenten aangeven enigszins te kunnen inspelen op maatschappelijke thema’s, zegt 40% dit slechts beperkt te kunnen doen. Vooral in kleinere bibliotheken is dit een uitdaging.
Samen met de gemeenschap
Zes op de tien programmamakers maken (een deel van) hun programmering samen met bewoners. In stedelijke gebieden gebeurt dit vaker dan bij bibliotheken in landelijke gebieden. Methoden variëren van gesprekken en experimenten, tot het gebruik van Whize-profielen..
Evaluatie en succes
Ruim één op de tien programmamakers evalueert de programma’s of activiteiten niet. De meest gebruikte methode is een online evaluatie via e-mail. Succes wordt vooral gemeten aan de hand van reacties van deelnemers en het aantal bezoekers, maar ook impact en diversiteit spelen een rol.
Wil je beter leren evalueren? Meld je aan voor het pilotproject.
Kennis van doelgroep
Bijna tweederde weet goed wie hun doelgroep is en hoe het werkgebied eruitziet. Van de bibliotheken met een heel groot werkgebied geven bijna negen op de tien programmeurs aan veel mensen in de omgeving te kennen met hen te praten over hun behoeften. Van de bibliotheken met een klein werkgebied programmeert bijna driekwart van de programmeurs toch vaak voor dezelfde doelgroep. Daarnaast geven acht op de tien in kleinere bibliotheken aan dat er vaak dezelfde mensen op de programmering afkomen, terwijl van de bibliotheken in stedelijk gebied slecht een kwart van de programmeurs dit aangeeft.
Inbedding in de organisatie
Bij ongeveer tweederde is de programmering goed ingebed in de organisatie. In grote bibliotheken is dit sterker dan in kleine. In landelijke gebieden is er meer vrijheid om te experimenteren.
Wat werkt goed?
Voorbeelden van succesvolle programmering zijn:
- Samenwerkingen met (lokale) partners en inwoners
- Bekende (landelijke of lokale) sprekers
- Doorlopende programmering als voorleesuurtjes en culturele lezingen
Wat werkt minder goed?
Uitdagingen liggen vooral bij:
- Moeilijke thema’s en onbekende sprekers
- Bereiken van jongeren en biculturele doelgroepen
- Zichtbaarheid van de bibliotheek in samenwerkingen
- Praktische zaken, zoals communicatie en personeelsinzet
Wat betekent dit voor jou als programmamaker?
De resultaten geven een rijk beeld van de praktijk en laten zien dat er veel gedeelde ervaringen zijn. Ze bieden aanknopingspunten om van elkaar te leren, samen te werken en programmering nog beter af te stemmen op de lokale gemeenschap.
Probiblio gebruikt deze inzichten om bibliotheken gerichter te ondersteunen. Heb je vragen of wil jij ook sparren over jouw programmering? Neem gerust contact op met het team Programmering.