Tussen missie en macht: Leiderschap en morele koers in de Amerikaanse bibliotheekpraktijk
In de Verenigde Staten staat de bibliotheeksector en de bredere culturele en educatieve infrastructuur onder toenemende politieke druk. Een conservatieve beleidskoers zorgt ervoor dat thema’s als inclusie, leesvrijheid en representatie steeds vaker ter discussie staan. Hoe blijf je als bibliotheek trouw aan je kernwaarden wanneer beleidsruimte afneemt en polarisatie toeneemt?
Magazine Doe iets over activisme in de bibliotheek
Dit artikel staat ook in het magazine ‘Doe iets’. Elke bibliotheekorganisatie in Nederland heeft in december 2025 twee exemplaren ontvangen van het eenmalige magazine Doe iets, met de oproep: ga het gesprek aan over activisme en de bibliotheek. Het magazine bundelt interviews met bibliotheekprofessionals uit binnen- en buitenland, een artikel over het zichtbaar maken van verschillende stemmen, en praktijkvoorbeelden en dilemma’s uit het werkveld. Het doel is een open, sectorbrede dialoog op gang te brengen over de rol van activisme binnen onze organisaties, en om bibliotheken te helpen stelling te nemen vanuit hun kernwaarden. Lees meer >
In dit artikel vertellen drie Amerikaanse bibliotheekdirecteuren hoe zij opereren binnen uiteenlopende lokale contexten: Erin MacFarlane, Tyler Hahn en Jennie Pu. MacFarlane is sinds 2024 directeur van het bibliotheeksysteem van Phoenix (Arizona), met zestien vestigingen en meer dan 400 medewerkers; zij ontwikkelde onder meer procedures voor heroverwegingsverzoeken van collectiemateriaal. Hahn staat sinds 2020 aan het roer van de Cherokee Public Library (Iowa), is actief in landelijke netwerken zoals de Association for Rural & Small Libraries en werd in 2024 benoemd tot Library Journal’s Mover & Shaker. Pu is directeur van de Hoboken Public Library (New Jersey), heeft ervaring in zowel de school- als bibliotheeksector, is mede-initiatiefnemer van de ‘book sanctuary’-beweging en speelt een actieve rol in bibliotheekbeleid op staatsniveau. Hun benadering is strategisch en afgestemd op de gemeenschappen die hun bibliotheekorganisaties bedienen. Ze werken met volharding aan inclusieve collecties, gastvrije bibliotheken en de bescherming van fundamentele rechten. Hun verhalen bieden niet alleen inzicht in leiderschap in een polariserende samenleving, maar ook inspiratie voor Nederlandse bibliotheekprofessionals.
Kan een bibliotheekdirecteur ook activist zijn?
Het label ‘activist’ vermijden de bibliotheekdirecteuren bewust. “Ik gebruik liever de term ‘library advocate’,” zegt Erin MacFarlane. “Als je jezelf activist noemt, klinkt het alsof je een agenda opdringt aan het publiek. Dat is niet onze rol. Wij bieden toegang tot informatie, maar zeggen mensen niet wat ze moeten denken.” Ze benadrukt dat deze woordkeuze ook samenhangt met de politieke gevoeligheden in de lokale context. “Bij mijn vorige werkgever had ik te maken met een conservatieve Board of Supervisors. Dan is het zaak om de waarden van de bibliotheek te blijven uitdragen, zonder daarbij je positie als directeur onder druk te zetten.” Ook Tyler Hahn sluit zich hierbij aan. “Ik noem mezelf een library advocate, omdat ik het publiek voortdurend informeer over de rol van bibliotheken, het belang van geletterdheid en de vrijheid om te lezen.” In gesprekken over gevoelige onderwerpen vertrouwt hij op de kracht van feiten. “Als je zulke gesprekken voert op basis van feiten in plaats van emoties, vergroot je je geloofwaardigheid.” Hij draagt altijd een klein exemplaar van de Amerikaanse grondwet bij zich: “Zo kan ik altijd teruggrijpen op onze fundamentele rechten.”
Jennie Pu werd onlangs kandidaat voor de ‘General Assembly’ van de staat New Jersey. In de media werd ze omschreven als activist, maar zelf maakt ze een duidelijk onderscheid. “In mijn professionele rol zou ik mezelf geen activist noemen, juist vanwege de gevoeligheid van dat woord. In mijn privéleven ben ik wél actief, bijvoorbeeld op het gebied van openbaar onderwijs, maar ik scheid die rollen bewust.” Haar kandidatuur leidde tot nieuw beleid binnen de bibliotheekorganisatie: “We hebben expliciet vastgelegd dat we ons niet mengen in politieke debatten, behalve als het gaat om de vrijheid om te lezen, dat is onze kerntaak.” Als we al een agenda hebben, dan is het de kernmissie van de bibliotheek: vrije toegang tot informatie en de vrijheid om te lezen, dat is waarom we bestaan.”
Dig-programma’s staan in veel amerikaanse staten steeds meer onder druk, hoe gaan jullie daar mee om?
Erin MacFarlane legt uit hoe zij en haar team omgaan met de beperkingen van nieuwe wetgeving in Arizona. “We waren bezig met trainingen voor het personeel die we destijds DEI-trainingen (Diversity, Equity & Inclusion) noemden,” vertelt ze. “Maar er is een staatswet die zegt dat je dat niet verplicht mag stellen. Daarom noemen we het nu ‘customer service training’. Het is exact dezelfde inhoud, maar onder een andere vlag.” Door die slimme herformulering kunnen ze de training wel verplicht stellen, zonder politieke weerstand op te roepen. “Hoe zorg je dat het een ruimte is die de volledige gemeenschap weerspiegelt?” Volgens Erin is het een kwestie van strategisch en creatief handelen: “Het doel blijft overeind, alleen de verpakking verandert. Zo sluit je niemand uit en blijf je binnen de politieke speelruimte.”
Ook Tyler Hahn, werkzaam in het overwegend conservatieve Iowa, herkent het spanningsveld waarin bibliotheken opereren. In een staat waar DEI-programma’s wettelijk zijn ingeperkt, is het belangrijk dat de missie van je bibliotheekorganisatie weerspiegelt waar je voor staat. “Je hoeft het gesprek niet te vermijden, je moet het alleen anders voeren.” Bibliotheken zijn plekken voor leren, ontspanning en persoonlijke groei, in álle diversiteit die een gemeenschap kent. Tyler blijft weg bij het gebruik van expliciete labels die weerstand kunnen oproepen. “We zijn bijvoorbeeld afgestapt van het gebruik van opvallende stickers op boeken,” legt Tyler uit. “In plaats daarvan investeren we in goede metadata en leunen we op de deskundigheid van ons team om mensen gericht leesadvies te geven. “We bouwen consequent aan een toegankelijke en gastvrije plek, voor álle leden van onze gemeenschap.”
Erin benadrukt hoe belangrijk het is om steeds opnieuw aan te sluiten bij de lokale context. “Ik heb een collega die altijd zegt: alle bibliotheken zijn lokaal. En dat is waar.” In Phoenix werkt ze met bibliotheekvestigingen in zeer verschillende buurten. “In kwetsbare wijken laten we wekelijks een bus met verse groenten komen, dat heeft daar echt impact. In rijkere wijken, waar de supermarkt om de hoek zit, is dat totaal niet nodig.” Ook op het gebied van inclusie verschillen de mogelijkheden sterk per locatie. “In mijn huidige bibliotheek kan ik een thematafel inrichten met Pride-boeken. In een eerdere functie zou dat ronduit gevaarlijk zijn geweest. Zo’n display zou daar protesten hebben uitgelokt en meer schade dan goed gedaan hebben.” Volgens Erin is dat precies het dilemma waarvoor veel bibliotheekleiders nu staan: “Hoe blijf je trouw aan je idealen, en pas je die tegelijk aan op wat lokaal mogelijk is?” Zoals Tyler het samenvat: “Sterk beleid maakt sterke bibliotheken. En: zoek je mensen. Ik ben zó dankbaar voor collega’s zoals Erin en Jennie. Alleen red je het niet.”
Zijn er dingen die u in uw bibliotheek níét doet, juist vanwege de lokale context?
Er zijn zeker onderwerpen die bibliotheken soms bewust níét agenderen, vertelt Jennie Pu. “We hebben een sterk groeiende Joodse gemeenschap, en die is ook zeer betrokken. Veel van hen zijn vaste gebruikers van de bibliotheek,” legt ze uit. “Natuurlijk doen we mee aan Arab American Heritage Month. Maar een cultureel evenement rond Palestina? Dat zou hier op dit moment heel controversieel zijn.” Ze verwijst naar een recente poging van de burgemeester om zo’n evenement te organiseren, dat leidde tot veel ophef. “Dat laat zien hoe geopolitiek echt doordringt tot op lokaal niveau.” Toch betekent dat niet dat de bibliotheek het onderwerp vermijdt. “We hebben boeken van Palestijnse schrijvers, maar ze staan bij ons niet pontificaal in het midden van de ruimte,” zegt ze. “We proberen te doen wat past bij onze gemeenschap.”
Juist die gevoeligheid leidde ook tot een bewuste keuze om méér te doen rond Jewish American Heritage Month. Jennie: “Omliggende gemeenten met grotere Joodse gemeenschappen vierden dat al veel prominenter. Wij hebben daarin mee bewogen.” Volgens Jennie is politieke sensitiviteit essentieel, niet alleen richting het publiek, maar ook binnen het eigen team. “Soms hebben medewerkers een sterke wens om een statement te maken,” zegt ze. “Maar dat is niet de rol van de bibliotheek.” In plaats daarvan kiest ze voor collecties die ruimte geven aan uiteenlopende perspectieven en persoonlijke verhalen. Toch erkent ze dat er geen eenvoudige oplossingen zijn. “Ik heb geen pasklaar antwoord. Ik ken directeuren die hun baan zijn kwijtgeraakt omdat ze een cultureel evenement organiseerden waar verzet tegen ontstond.”
Erin MacFarlane herinnert zich een medewerker die een Drag Queen Storytime wilde organiseren in een conservatief gebied. “Goed bedoeld,” zegt ze, “maar het leidde tot media-aandacht en protest.” Zulke confrontaties kunnen grote gevolgen hebben: “Als een bibliotheek onder politiek toezicht komt te staan en het bestuur de collectie bepaalt, ben je als professional je invloed kwijt.” Daarom zoekt ze naar manieren om collecties divers te houden zonder escalatie. Zo organiseerde ze in een eerdere functie tijdens Pride-maand een boekentafel met alleen titels voor volwassenen; voor kinderboeken lag er een leeslijst met de uitnodiging om bij de balie meer te vragen. “Die kinderboeken waren beschikbaar, maar bleven in de kast.” In plaats van tijdelijke zichtbaarheid kiezen veel bibliotheken inmiddels voor structurele integratie. “Niet: in juni Pride en daarna niets meer,” zegt Erin. “Die boeken moeten er altijd zijn, in alle contexten.” Dat is een vertaling van bibliotheekwaarden. “Als je voorleest uit een boek over een hond waarin toevallig twee ouders van hetzelfde geslacht voorkomen, dan lees je dat gewoon, het ís gewoon een honden-verhaal.” Jennie Pu voegt toe dat lokale gevoeligheden niet genegeerd mogen worden. “Als je een initiatief doordrukt zonder het gevoel van je gemeenschap aan te voelen, kun je meer kwaad dan goed doen.” In Hoboken is Drag Queen Storytime al jaren normaal, “maar elders leidde het tot dreigende bezuinigingen of zelfs sluiting.”
Hoe weet je wat er in je gemeenschap speelt? Hoe ontwikkel je die politieke sensitiviteit?
“Je moet niet voorschrijven wat de gemeenschap nodig heeft, maar samen ontwerpen,” zegt Tyler Hahn, bibliotheekdirecteur in Cherokee, Iowa. “Co-creatie is het sleutelwoord.” Voor hem begint dat met nabijheid en vertrouwen. Hij groeide op in dezelfde regio waar hij nu werkt, en die verankering zie je terug in zijn leiderschapsstijl. “Iedereen in de stad kent me. Iedereen weet in welke auto ik rijd. In de supermarkt gaat het gesprek al snel over boeken of het zomerprogramma van de bieb.” Zelfs tijdens het gras maaien ontstaan er gesprekken. “Ik ben toegankelijk. Iemand loopt voorbij en voor je het weet gaat het over de bibliotheek.” Die hechte relatie met de gemeenschap is geworteld in de geschiedenis. “Onze bibliotheek is in 1896 opgericht als vrouwenbibliotheek, kreeg een Carnegie-schenking en heeft sindsdien slechts zes directeuren gehad. Je blijft hier, als een vuurtorenwachter, tot je pensioen.”
Jennie Pu herkent zich in die betrokkenheid, al werkt ze in een totaal andere omgeving. “Tyler ís de gemeenschap,” zegt ze. “Maar ook als je geen ‘local’ bent, is het je taak om relaties op te bouwen.” Voor haar draait het vak voor 95% om mensen kennen en begrijpen. “Niet uit boekenlijsten of uitleencijfers, maar door zichtbaar te zijn als leider. Op boerenmarkten, in wijkcentra, bij de voedselbank of de daklozenopvang.” Ze benadrukt dat je álle groepen in de gemeenschap serieus moet nemen: van de Afro-Amerikaanse en Puerto Ricaanse gemeenschap tot de lokale Republikeinse partij. “Ik heb nauwe banden met de Republikeinse partijvoorzitter. Onderwijs is voor hen een kernwaarde. Ze steunen bibliotheken. En wie weet krijgen we binnenkort een Republikeinse gouverneur. Dan moet de bibliotheek stevig staan, ongeacht wie er aan de macht is.”
Ook Erin MacFarlane onderschrijft het belang van luisteren. “Wat Jennie zegt klopt: het draait om relaties. Maar op mijn schaal is dat een ander verhaal.” Om haar strategisch plan te onderbouwen, zette ze breed onderzoek op. “We deden enquêtes, we plaatsten borden op verschillende locaties waar mensen met stickers konden aangeven wat ze belangrijk vonden, en organiseerden focusgroepen, ook met dakloze bibliotheekgebruikers.” Daarnaast overlegt ze vrijwel dagelijks met gemeenteraadsleden en andere afdelingshoofden. “Niet omdat wij overal een antwoord op hebben, maar omdat we willen weten: waar kunnen wíj aansluiten?” De slogan van haar bibliotheek vat die rol mooi samen: Start with us. Erin: “Wil je naar de universiteit? De bibliotheek helpt. Een moestuin beginnen? We hebben zaden. Of gewoon even ontspannen met een film, ook dat kan.”
Ze ziet van dichtbij hoe verschillend gemeenschappen binnen één stad kunnen zijn. “In sommige wijken brengen oppassers de kinderen. In andere buurten lukt het ouders niet eens om te komen, omdat voedsel en onderdak dringender zijn dan voorleesuurtjes.” Juist daarom, zegt ze, moet de bibliotheek actief en bewust aanwezig zijn in al die realiteiten. “Dat lukt alleen als je echt luistert naar je gemeenschap én naar de organisaties die haar al dienen.”
Welke rol speelt de bibliotheek in jullie gemeenschap bij het bieden van ondersteuning aan mensen in kwetsbare posities?
Bibliotheken in de VS krijgen in toenemende mate te maken met bezoekers die buiten het bereik van reguliere voorzieningen vallen. Mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats, gezinnen in armoede, ze zoeken hun toevlucht tot de bibliotheek. “Het is niet onze missie,” zegt Erin MacFarlane, “maar we doen het omdat er niemand anders is die het doet.”
In Phoenix leidt dat soms tot extreme situaties. Bibliotheekmedewerkers bieden hulp bij het aanvragen van studiefinanciering (zoals FAFSA) of toegang tot naturalisatietrajecten, maar worden ook geconfronteerd met medische noodgevallen. Zo dragen beveiligers Naloxon, een middel dat wordt toegediend bij een overdosis. “Onze beveiligers gebruiken het gemiddeld twee keer per maand,” vertelt Erin. De bibliotheek als noodhulpstation is niet het doel, maar het is wel de praktijk. “Iedereen is welkom, zolang je onze gedragsregels respecteert,” zegt Erin. “Maar hoe dat eruitziet, verschilt per wijk en per moment. En ja, dat wringt soms.”
Jennie Pu plaatst kanttekeningen. Ze waarschuwt voor wat zij ziet als een geromantiseerd beeld van de bibliotheek als laatste redmiddel. “Sommige collega’s zeggen: ‘bibliotheken redden levens’. Maar dat is een te groot woord,” stelt ze. “We zijn geen artsen of maatschappelijk werkers. Onze rol is anders: we zijn een motor van sociale mobiliteit, geen opvangcentrum.”
Tegelijk benadrukt Jennie ook hoe complex het probleem is. In haar bibliotheek ervaren sommigen de plek als onveilig, door bezoekers die afwijkend gedrag vertonen, en dat heeft gevolgen: “Ouders zeggen dat ze hun kinderen niet meer meenemen omdat ze zich onveilig voelen.” Zulke signalen moet je volgens haar serieus nemen. “Eén ouder die dat zegt, vertegenwoordigt vaak een hele groep die stilzwijgend wegblijft.”
Daarom heeft haar bibliotheek de gedragscode aangescherpt. Bezoekers zijn welkom, maar alleen als ze de ruimte doelgericht gebruiken. “We kunnen niet langer een toevluchtsoord zijn voor mensen zonder alternatief,” zegt ze. “Hoe schrijnend dat ook klinkt.”
En hoe zit dat met mensen zonder verblijfsvergunning?
Er is een toenemende politieke druk in veel Amerikaanse staten om lokaal mee te werken aan federale immigratiehandhaving door ICE (Immigration and Customs Enforcement), zeker nu op federaal niveau de focus op deportaties is verscherpt. In Phoenix zijn er tot nu toe geen directe confrontaties geweest met immigratiehandhaving binnen de bibliotheken. “Ik klop het even af,” zegt Erin MacFarlane, “maar we zijn voorbereid.” Er ligt een draaiboek klaar, opgesteld in overleg met juristen en het stadsbestuur, voor het geval ICE ooit op de stoep staat.
Ondertussen gaat het werk gewoon door. De bibliotheek organiseert naturalisatieworkshops, helpt mensen zonder papieren bij het aanvragen van studiefinanciering zoals FAFSA, en biedt via het College Depot toegang tot hoger onderwijs. “We blijven proactief, zonder ons te laten afschrikken.”
Jennie Pu vertelt dat haar vorige bibliotheek, in New York, aan de frontlinie zat van het immigratiedebat: “De allereerste ICE-invallen in de VS vonden plaats in het district naast het onze. De week erna waren wij aan de beurt.”
Sindsdien zijn er procedures ingevoerd, medewerkers getraind en publiek toegankelijke ‘ken-je-rechten’-sessies georganiseerd, niet alleen voor mensen zonder verblijfsstatus, maar voor de hele gemeenschap. Tegelijk houdt Jennie voet bij stuk: “Onze medewerkers mogen geen activisten zijn. We werken samen met de politie, niet tegen hen.”
Om dat contact te versterken, organiseert de bibliotheek bijvoorbeeld voorleesuurtjes met de brandweer of politie. “Zo normaliseer je het contact met hulpdiensten, ook voor mensen met wantrouwen tegenover gezag.”
Wat zou u willen meegeven aan nederlandse bibliotheek professionals?
Voor Erin MacFarlane, zijn twee dingen essentieel: voorbereiding en verbondenheid. “Zoek je bondgenoten. Zoek je partners. Vind een ondersteunend netwerk, en doe dat vóórdat het nodig is.” Als een bibliotheekorganisatie onder vuur komt te liggen, is isolatie het grootste risico. “Het is ontzettend gemakkelijk om in je eentje te komen staan. Dus: weet wat er elders speelt. Leer van anderen. Die verbondenheid is van levensbelang.”
Daarnaast moet je volgens haar je basis op orde hebben. In Phoenix hanteren ze een strak collectiebeleid, met duidelijke procedures voor klachten over materialen. “Zorg dat je beleid helder is, schriftelijk vastligt, en stevig onderbouwd is.” Zo’n zogenoemde request for reconsideration moet vanaf dag één kloppen, en het hele team moet weten hoe ermee om te gaan. (Een request for reconsideration is een formeel verzoek van een bibliotheekbezoeker om een boek of ander materiaal uit de collectie te verwijderen, te verplaatsen of anders te behandelen.) Tyler Hahn sluit zich daar volledig bij aan. “Sterk beleid maakt sterke bibliotheken,” herhaalt hij.
Maar minstens zo belangrijk vindt hij het opbouwen van een netwerk: collega’s zoals Erin en Jennie, maar ook lokale partners. “Mensen bij wie ik mijn twijfels kwijt kan, met wie ik samen een richting kan vinden.” Hij benadrukt hoe waardevol het is om actief te zijn in netwerken, lokaal, regionaal en landelijk. “Zelfs als je situatie lokaal somber lijkt: er is altijd hoop als je verbonden blijft met het grotere geheel.” Jennie Pu geeft aan liever geen tips te geven aan mensen die ze niet persoonlijk kent. Maar als ze al iets moet adviseren dan is haar boodschap: “Wacht niet op een crisis. Als je pas begint met het opbouwen van draagvlak wanneer de storm losbarst, ben je te laat.” Het gaat volgens haar om aanwezigheid in goede tijden, zodat je als bibliotheek kunt rekenen op steun als het moeilijk wordt.
Wat deze drie bibliotheekdirecteuren gemeen hebben, is hun vermogen om koers te houden onder druk, niet door luid te roepen, maar door strategisch te handelen, relaties te bouwen en trouw te blijven aan de waarden van het bibliotheekvak. Hun verhalen laten zien dat leiderschap in een gepolariseerde samenleving vraagt om een combinatie van moed, nabijheid en voorbereiding. Dat maakt hun praktijk niet alleen inspirerend, maar ook bijzonder leerzaam. Juist voor wie in Nederland zoekt naar manieren om trouw te blijven aan de kernwaarden van de bibliotheek in veranderende tijden.