Inclusieve communicatie: zo spreek jij een zo groot mogelijke doelgroep aan

Strategie en beleid Marketing Blog
Gepubliceerd op 06 oktober 2021

Door Julia van Haaster

De bibliotheek is er voor iedereen. Maar weet iedereen dit ook? De maatschappij wordt steeds diverser. Dit vraagt ook om een verandering van communicatie. Hoe zorg je ervoor dat een zo groot mogelijk groep zich aangesproken voelt? Dat niemand zich uitgesloten voelt? En hoe bereik je met je communicatie-uitingen een zo breed mogelijke doelgroep? Inclusieve communicatie is het antwoord. In dit artikel leg ik uit waarom het zo belangrijk is en krijg je tips om met inclusieve communicatie aan de slag te gaan.

Wat is inclusieve communicatie?
Bij inclusieve communicatie draait het om het bereiken en aanspreken van een zo groot mogelijke groep mensen. Het liefst sluit je niemand uit en maak je geen onderscheid in mensen, bijvoorbeeld op het gebied van sekse, ras, geloof, leeftijd of seksuele voorkeur. Je streeft hierbij naar zoveel mogelijk toegankelijkheid, herkenning en begrip. En je gebruikt positieve communicatie waarin geen stereotypen staan. Door je ‘neutraal’ op te stellen en rekening te houden met anderen, spreek je een breder publiek aan. Het is hierbij wel van belang om jezelf de vraag te stellen: wie zijn mijn doelgroepen? Probeer deze zo goed mogelijk te definiëren, zodat je je publiek ook steeds beter leert kennen.

Het belang van een boodschap die iedereen aanspreekt
Onze samenleving wordt steeds diverser en dat zien we ook terug in de bibliotheek. Uit cijfers van Bibliotheekinzicht blijkt dat er steeds meer mensen met een niet-westerse achtergrond naar de bibliotheek komen en deze gemiddeld zelfs vaker de bibliotheek bezoeken dan mensen met een westerse achtergrond. Iedere bevolkingsgroep (met verschil in seske, ras, geloof, leeftijd of seksuele voorkeur) heeft eigen normen, waarden en kenmerken. Een communicatieboodschap kan voor de een aanspreken, maar een ander totaal niet. Inclusieve communicatie helpt jouw bibliotheek om bezoekers/leden dichter bij elkaar te brengen, door boodschappen te creëren en te verspreiden die op maat zijn gemaakt voor een diverse samenleving (Challouki, 2021).

Tips voor een inclusieve benadering
Wil jouw bibliotheek aan de slag met inclusieve communicatie? Met deze tips kun je van start:

  • Ontdek je eigen referentiekader: voordat je begint met inclusieve communicatie, is het goed om je eigen referentiekader eens te bekijken. Wie ben ik en met wie ga ik in het dagelijks leven om? Denk hierbij aan mensen uit je directe omgeving, zoals familie, collega’s en buren. Zijn deze mensen net zoals jij of zit daar veel diversiteit in? Door je bewust te zijn van hoe jij en je omgeving eruit zien, weet je goed wat je eigen referentiekader is. Bewustwording is hierbij stap 1. Sta open voor de verschillen tussen mensen, erken ze en probeer er zoveel mogelijk rekening mee te houden. Ga bijvoorbeeld met mensen praten die buiten je eigen referentiekader zitten, om ze beter te begrijpen.
  • Verdiep je in je doelgroep(en): als je aan de slag wil met inclusieve communicatie is het van belang om je doelgroep(en) te kennen. Wie zijn ze, wat kenmerkt ze en waar worden ze blij van? Je kunt ze bijvoorbeeld leren kennen via deskresearch inMosaic, CBS of andere databanken, diepte-interviews, observaties of vragenlijsten. Een andere handige manier is om persona’s op te stellen. Een persona is een gedetailleerde omschrijving van een persoon uit jouw doelgroep. Je geeft jouw persoon een naam en creëert een ‘echte’ persoonlijkheid in plaats van een algemene doelgroepomschrijving. Bij het opstellen van jouw communicatie-uitingen, kun je telkens proberen te denken vanuit deze persona’s. Dit helpt je om de boodschap zó op te stellen, dat deze goed aansluit bij jouw doelgroep.
  • Kijk en luister: heb je je doelgroepen beter leren kennen? Vraag ze dan ook eens om mee te denken met hun bibliotheek. Ontwikkel samen programma’s, vraag advies over je communicatiemiddelen en kijk en luister vooral waar behoefte aan is en wat je doelgroep fijn vindt. Als je een aantal enthousiaste mensen gevonden hebt die met je mee willen denken, kunnen deze mensen misschien zelfs als rolmodel of ambassadeur optreden voor andere mensen uit de doelgroep. Het is dus heel waardevol om echt een band op te bouwen en van elkaar te leren.
  • Bekijk je middelenmix: we worden steeds digitaler, ook bij de bibliotheek. Ook al zijn de meeste mensen tegenwoordig dagelijks op het internet te vinden, dit geldt niet voor iedereen. Als je communicatie enkel online verspreidt, loop je het risico dat bepaalde doelgroepen deze niet zien of begrijpen. Om zo inclusief mogelijk te communiceren, adviseren we om te variëren in je middelenmix. Naast online, kan het ook goed zijn om nog steeds via de traditionele media te communiceren, zoals de regionale krant of radio. Of zet een social media-uiting niet alleen online uit, maar maak er ook een printbare variant van die je op kunt hangen in de wijk. Daarnaast is mondelinge communicatie ook nog steeds heel belangrijk, wat je organisatie persoonlijker en toegankelijk maakt.
  • Check je taal: taalgebruik is enorm belangrijk als het gaat om inclusieve communicatie. Schrijf je boodschap in heldere, eenvoudige taal en probeer je boodschap zo ‘neutraal’ mogelijk formuleren. Een goede toets kan de ‘sensitiviteitscheck’ zijn, deze check is opgesteld door Studio Sesam en bevat een aantal checks om te kijken of jouw boodschap inclusief is:
    • De boodschap bevat geen kwetsende woorden en taal: zoals ouderen, mindervaliden, armen en mensen met een taalachterstand;
    • De lezer/kijker wordt altijd positief en met respect behandeld;
    • Niemand wordt vastgepind op één identiteitskenmerk;
    • Clichés, stereotypen en negatieve beeldvorming worden vermeden;
    • De personages zijn representatief voor de samenleving;
    • Wij/zij denken wordt vermeden. Praat niet over mensen, maar tegen ze;
    • Je gaat bewust om met voorkennis van de doelgroep;
    • Er wordt rekening gehouden met gevoeligheden in de samenleving;
    • Humor wordt alleen gebruikt als het geen groep beledigt of een stereotype bevestigt;
    • Probeer rekening te houden met de gendergevoeligheid van een taal.

80% van de mensen begrijpt taal op B1 niveau. Schrijf daarom al je uitingen op dit niveau om een zo groot mogelijke groep aan te spreken. Wil je weten of jouw taalgebruik simpel en begrijpelijk genoeg is? (liefst op B1-taalniveau). Vul deze woorden dan eens in op www.ishetb1.nl. en check of het voldoet of ontvang anders synoniemen die wél begrijpelijk zijn. Denk ook eens na over vertalingen van communicatie-uitingen als je een groep wilt bereiken die de Nederlandse taal nog niet machtig genoeg zijn.

  • Kies je beelden zorgvuldig: het beeld in je uitingen valt als eerste op. Als het beeld al niet aanspreekt, is de kans op het lezen van de boodschap een stuk kleiner. Hou er bij het selecteren van een beeld rekening mee dat dit beeld voor iedereen anders opgevat kan worden. Probeer het beeld ook door de ogen van jouw doelgroep te zien, zit er dan een andere betekenis of oordeel aan dan die jij het geeft? Gebruik bij allerlei soorten activiteiten ook beelden van mensen met een andere huidskleur dan wit, en bijvoorbeeld niet alleen bij de voor jou logische activiteiten als het taalhuis of andere activiteiten rondom hulp bij taal. Een lezing over duurzaamheid kan net zo goed door een zeer diverse groep mensen bezocht worden namelijk.

Als je bijvoorbeeld een activiteit voor anderstaligen organiseert, maar een foto van een witte Nederlandse vrouw toont, spreekt dat waarschijnlijk niet aan. Een ander voorbeeld is wanneer er bij een vacature een foto van een witte volwassen man staat, dit mensen met een andere huidskleur sneller tegenhoudt om te reageren. Andersom geldt dit niet; bij een vacature met een foto van iemand met een andere huidskleur dan wit, reageren witte mensen wel gewoon.

Bedenk dus altijd voor jezelf in welke context je het beeld plaatst. Komt er bijvoorbeeld tekst bij te staan om een toelichting te geven? En op welk medium plaats je het beeld? Dit zijn allemaal vragen om vooraf goed bij stil te staan. Twijfel je? Vraag dan je doelgroep om advies, zo betrek je ze ook meteen bij jouw bibliotheek en laat je zien dat je van ze wil leren. Er zijn verschillende websites waar je (gratis) Stock-beelden kunt downloaden, maar nog beter is het om echte foto’s van jouw bibliotheek en betrokken mensen te gebruiken, dat komt beter en persoonlijker over.

Voorbeeldbieb
Cultuurcentrum Rozet in Arnhem is al goed op weg met inclusieve communicatie. Zo zijn zij op de website bezig met een pagina over de toegankelijkheid van het gebouw en de website, maken ze gebruik van persoonlijke verhalen van hun leden en proberen ze zo simpel en helder mogelijk te communiceren met diverse en inclusieve beelden.

Let op: dit artikel over inclusief communiceren valt binnen het veelomvattende thema diversiteit en inclusie. De inhoud van dit artikel is slechts een klein onderdeel van een groter geheel. We bieden het aan om je op weg te helpen met de eerste stappen richting een diverse en inclusieve organisatie. We stimuleren dan ook iedereen om met diversiteit en inclusie aan de slag te gaan in je eigen bibliotheek. Heb je hierbij hulp nodig? Neem contact met ons op voor de mogelijkheden (zie contactgegevens onderaan dit artikel).

Oktober 2021