De Rijke Leerdag Delft: zo groeit een leerecosysteem

Interview Programmering
Gepubliceerd op 13 oktober 2025

Door Noor Kuijpers

In samenwerking met DOK

In de nieuwe netwerkagenda wordt binnen de maatschappelijke opgave Leven Lang Ontwikkelen gesproken over een leerecosysteem, waar de bibliotheek actief onderdeel van uitmaakt. De term leerecosysteem is niet nieuw, maar wel nieuw in de bibliotheekwereld. Een goed voorbeeld van een leerecosysteem is te vinden bij DOK, de bibliotheek in Delft. Janneke Baken, afdelingshoofd Kunst- en cultuureducatie & leerecosystemen bij DOK, vertelt.

Wat is een leerecosysteem?

Mensen ontwikkelen zich op veel manieren. Een goed lokaal samenhangend netwerk helpt hierbij. Dit noemen we een bloeiend leerecosysteem. Om iedereen een kans te geven zichzelf doorlopend te ontwikkelen werken het onderwijs, de gemeenten, bibliotheken en bijvoorbeeld musea, welzijnsorganisaties en sportclubs lokaal samen.

Lees meer op de pagina van de koersgroep Leven Lang Ontwikkelen op Bnetwerk.nl

Kun je wat meer vertellen over de Rijke leerdag, jullie initiatief om bij de dragen aan de gelijke kansen voor jongeren?

“Sinds 2023 hebben we pilots gedaan onder andere in Delft-West – in wijken waar kinderen en jongeren geen gelijke kansen hebben – en dit jaar zijn we van start gegaan met de Rijke leerdag, een van de initiatieven van het landelijke programma de Regio Deal voor Delft-West. Het doel van de Rijke Leerdag is om bij te dragen aan het ontdekken en verdiepen van talenten en passies van kinderen en jongeren door ze na schooltijd in aanraking te laten komen met bijvoorbeeld techniek, natuur, erfgoed, sport, kunst en cultuur en op deze manier kansengelijkheid te vergroten. Dit zijn onderwerpen waar aanbod vaak niet in de buurt of nog niet ontwikkeld is voor onze doelgroep en de verbinding van binnen de school naar buitenschool ontbreekt.”

Wat houdt het leerecosysteem in waar jullie aan werken, en welke rol spelen sleutelfiguren daarin?

“In het leerecosysteem staan de kinderen en hun leerpaden centraal. De vraag was: hoe zorgen we ervoor dat alle kinderen in hun vrije tijd in aanraking kunnen komen met techniek, natuur, erfgoed, sport, kunst en cultuur? Want voor veel kinderen is het niet vanzelfsprekend. De eerste stap die DOK gezet heeft, is om gratis kunst- en sportlessen aan te bieden op school, na schooltijd. Samen met een onafhankelijke onderzoeker hebben we onderzocht wat er dan gebeurt. Komen er kinderen op af die anders niet komen, en kunnen zij eventueel doorstromen naar na- of buitenschools activiteiten die wij aanbieden? En wat kun je doen om drempels weg te halen voor kinderen en jongeren voor wie het niet zo vanzelfsprekend is? Bovendien is onderzocht wat de rol is van sleutelfiguren, of helpende volwassenen, om hun kind naar een club, buurthuis of vereniging te brengen. Deze mensen – denk aan docenten – kunnen het kind verder helpen door bijvoorbeeld interesses te signaleren. Dat die sleutelfiguren zicht bewust zijn van hun rol, is ook een belangrijk effect van het onderzoek.”

“In het leerecosysteem staan de kinderen en hun leerpaden centraal.”

Met behulp van subsidies van de gemeente zijn de eerste pilots van start gegaan. Hoe ging dat in zijn werk?

“Het is belangrijk om dicht bij je eigen organisatie te beginnen. Bij DOK hebben we kunst- en cultuureducatie al in huis, compleet met een stevig Delfts netwerk, dus dat was een logisch startpunt. Ook heeft DOK in de subsidieaanvraag opgenomen dat het onderzoek een even belangrijke pijler zou zijn als het aantal deelnemers en het aantal activiteiten. Dat onderzoek is uitgevoerd onder begeleiding van een onderzoeker. Het onderzoek hebben we gebaseerd op eerder verricht onderzoek, door onder anderen prof. Kevin Crowley, over het in kaart brengen op de scholen van de sleutelfiguren voor de kinderen, over hoe ouderparticipatie het best tot stand komt en welke drempels er zijn voor ouders om cultuur te beleven buiten school. Uit dat onderzoek bleek bijvoorbeeld dat als een kind op school gratis aan iets extra’s mee kon doen, er dan veel kinderen meededen die anders niet aan betaald aanbod (activiteiten na schooltijd) meededen. Om kinderen vervolgens aan activiteiten op een locatie buiten school te laten meedoen, bleek ook een drempel. Maar zou deze stap misschien minder groot zijn als de kinderen tijdens schooltijd die nieuwe plek al eens bezocht hadden? Op die manier zijn de drempels onderzocht en de mogelijke oplossingen bedacht, en ook de vragen voor een vervolgonderzoek.”

Gemaakt door: Wasantha Luijs

En wat is de rol van DOK hierin?

“Nu zit DOK in de fase dat ze met de scholen en met Delftse organisaties die activiteiten kunnen verzorgen partnerschappen vormen in het naschoolse en buitenschoolse aanbod en dat doorontwikkelen. En aan de andere kant brengen ze in kaart waar nog geen aanbod is, en onderzoeken ze hoe belangrijk het is dat dat aanbod fysiek dichtbij te vinden is, het liefst dus in de eigen wijk.”

“DOK ondersteunt het netwerk, maar is uitdrukkelijk niet de eigenaar van het netwerk of de verantwoordelijke voor het leerecosysteem. DOK ondersteunt, onderzoekt en adviseert, met als doel het leerecosysteem op een duurzame manier te ontwikkelen. Voor DOK was het logisch om deze rol te spelen omdat DOK als missie heeft om iedere Delftenaar te inspireren tot ontwikkeling. Zo faciliteerde de bibliotheek bijvoorbeeld een inspiratiebijeenkomst waar aanbieders uit Delft en scholen elkaar konden leren kennen. Ook de gemeente en eigen collega’s van DOK waren aanwezig. ‘Dat is belangrijk omdat het woord leerecosysteem nog niet zoveel zegt. Er wordt al doende met elkaar bepraat en onderzocht wat er nodig is, zodat iedereen zich een beeld kan vormen en zich geroepen voelt om bij te dragen aan een florerend leerecosysteem.”

Heb je tips voor andere bibliotheken?

“Evalueren van de aanpak is cruciaal, ook omdat onderzoek doen zo’n grote plek inneemt bij de Rijke Leerdag. De gemeente heeft een hypothesenkaart ontwikkeld, waarop alle doelen beschreven zijn die directe verandering opleveren op korte of lange termijn. Er hoort een meetplan bij, met daarin vermeld wie voor wat verantwoordelijk is. Dat gaat natuurlijk over aantallen, maar ook over de kwaliteit van de leerpaden. Die kwaliteit meten ze door gesprekken met de school en aanbieders te voeren, bijvoorbeeld over de vraag of de activiteiten die aangeboden worden samenhangend zijn. En wat de criteria zijn waar nieuw aanbod aan moet voldoen – sluit het aan bij de leeftijd en leefwereld van de kinderen?”

“Dit onderzoek serieus nemen is een belangrijke aanbeveling van DOK, en is in de Rijke Leerdag een serieus onderdeel van het initiatief. Vraag een onderzoeker om mee te denken en het onderzoek te begeleiden. Baseer je onderzoek op al bestaand onderzoek en theorie. En als iets niet werkt, stop je ermee. Het doen van het onderzoek en het monitoren en evalueren zijn manieren om samen als gemeenschap te leren. Met die insteek wordt het leuk en wordt evalueren zelfs het leukste onderdeel. Het gaat er niet om de aanpak te bewijzen. De insteek is samen leren, om samen de kansengelijkheid van kinderen en jongeren te vergroten.”