Al@din: de zoekmachine van de zeroes

Blog Collectie Publieksservice Automatisering
Gepubliceerd op 29 april 2024

Door Lara Freeling

Waar iedereen nu Google of ChatGPT gebruikt om aan informatie te komen ging dat van 2003 tot 2010 via Al@din. Dit was een telefonische en online vragendienst van de gezamenlijke openbare bibliotheken in Nederland. Al@din gaf antwoord op bijna alle vragen die je je kunt bedenken: welke inenting heeft mijn hond nodig als ik naar Frankrijk ga? Of: hoe moet ik een rozenstruik snoeien?

Had je een vraag over een onderwerp? Dan kon je die via Al@din aan een landelijk netwerk van bibliothecarissen stellen. Een bibliothecaris struinde dan het wereldwijde web af, zocht in boeken en naslagwerken of snuffelde tussen tijdschriftartikelen en kranten. Dat allemaal om bronnen te vinden die de vragensteller kon helpen bij het beantwoorden van de vraag. Al@din beantwoordde overigens geen vragen over verlengen of reserveren van bibliotheekmaterialen, maakte geen huiswerk en gaf ook geen medisch of juridisch advies.

In het eerste jaar ontving Al@din 130.000 vragen. In 2006 werden bijna een miljoen bezoekers (!) per jaar gemeld.

Hoe ging dat dan?

Carla Holland van Bibliotheek Oostland was in die tijd werkzaam bij PBC Zuid-Holland en draaide zaterdagdiensten voor Al@din: “Via de telefoon kreeg je vragen van bellers die je het liefst binnen 5 minuten wilde beantwoorden. Een kwartier was wel de maximumtijd. Als je het niet wist, werd de klant op een later moment teruggebeld met het antwoord op de vraag of werd hij doorverwezen.” Na een dienst van 2 à 3 uur had je weer een hoop nieuwe weetjes die je ’s avonds aan de eettafel kon vertellen. “Dan vroeg iemand bijvoorbeeld ‘Wat is de Latijnse naam van Veldsalie?’ of ‘Wat is de doelstelling van Stichting Katholieke Noden?’”, vertelt Carla. Hartstikke handig dus, als je vaak pubquizzen speelt of om je algemene kennis te vergroten.

Je kon Al@din ook gebruiken als je op zoek was naar een boek in de bibliotheek. Carla: “Over de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld. Maar dan moest je wel doorvragen, want er bestaan heel veel boeken over dit onderwerp.”

Logo van Al@din

Proces van Al@din

Al@din werkte met meerdere niveaus:

  1. Je stelde eerst je vraag via de Kennisbank. Hierin stonden alle oude vragen en antwoorden. Een redactie hield dit up-to-date.
  2. Stelde je een nieuwe vraag? Dan werd deze doorgestuurd naar een van de bibliothecarossen van de openbare bibliotheken.
  3. Vereiste je vraag specialistische kennis? Dan moest er een op dat gebied gespecialiseerde bibliothecaris naar je vraag kijken.

Er werd ook gebruikgemaakt van externe deskundigen, bijvoorbeeld Naturalis, Universiteit van Amsterdam of NOC*NSF.

“Voor starters was er een groot oefendocument waarin heel veel vragen stonden,” vertelt Carla. Zo raakte je gewend aan het snel zoeken van antwoorden op allerlei soorten vragen. Van een catalogusvraag tot de weersvoorspelling van Limburg. De bedoeling was dat je op verschillende plekken de antwoorden wist te vinden: de catalogus, via internet, bibliotheekdatabank of een etage in je bibliotheek.

Tegenwoordig gaat het zoeken op internet veel sneller. Als je googlet op ‘Wat is de Latijnse naam van Veldsalie?’ dan heb je binnen 0,37 seconden het antwoord: Salvia pratensis. En ook ChatGPT weet dit binnen een seconde te vertellen. Tijden veranderen en dat betekende dat het doek definitief viel voor Al@din in juli 2010.

Heb jij ook een leuk, grappig of bijzonder verhaal over 75 jaar Probiblio? Neem contact op Team Jubileum.

Een andere terugblik uit 75 jaar Probiblio lezen?