Privacy? Nee hè, zullen veel mensen denken. Hebben we net de campagne van de NPO over privacy gehad, moet het er wéér over gaan. Het is gewoon geen leuk onderwerp. Ook niet voor bibliotheken. Het is de zoveelste bijzaak waar we aandacht aan moeten besteden. Kunnen we niet gewoon aan het werk?

Privacy en bibliotheken

Door mijn eigen ontdekkingsreis van het afgelopen jaar door bibliotheekland kijk ik er nu anders naar. Ik ben erachter gekomen dat privacy voor bibliotheken wél een interessant onderwerp is, geen bijzaak, en misschien zelfs wel leuk. Omdat het kansen biedt!

Allereerst is er wetgeving van toepassing. Wetgeving waar alle organisaties aan moeten voldoen, en ook bibliotheken. Het lijkt me voor de hand te liggen dat het onderdeel is van je professionele kaders om als organisatie in het bibliotheekstelsel binnen de wet te opereren. Je wil toch aan die norm voldoen. En zoals een privacy-trainer laatst opmerkte: ‘Je stopt toch niet alleen voor een rood stoplicht als er een agent naast staat te controleren?”.

Dan is er de context en aard van bibliotheekorganisaties, zoals de kerntaken en kernwaarden. Bibliotheken zijn niet zomaar dienstverlenende organisaties. We hebben een opdracht om bij te dragen aan persoonlijke ontwikkeling, en om toegang te bieden tot informatie. Dat omvat ook juiste omgang met en interpretatie van informatie. En daarbij handelen we vanuit de waarden toegankelijkheid, pluriformiteit, onafhankelijkheid en betrouwbaarheid. Zo bezien is het toch logisch dat we ons inspannen om de regels rondom privacy te kennen, begrijpen en actief uit te dragen in woord en daad?

Ontwikkelingen + sterkten = kans

Maar hoe wordt het nou ‘leuk’, of spannender? Wat maakt privacy nou een aspect van ons werk dat kan bijdragen aan onze relevantie en ons overleven? Ik denk dat dat vooral te maken heeft met een aantal maatschappelijke ontwikkelingen. Informatie, kennis, technologische veranderingen en media spelen voor iedereen een steeds grotere rol, zowel privé als zakelijk. Tegen wil en dank, in sommige gevallen. Het onderwerp privacy krijgt daarmee steeds meer aandacht in brede lagen van de samenleving. Meer mensen hebben erover gehoord, gaan erover nadenken, hebben vragen of beginnen zich zorgen te maken. En juist daardoor krijgt de moderne bibliotheek met dit onderwerp een uitgelezen kans om haar eigen ontwikkeling en bestaansrecht voor het voetlicht te brengen. En om onze waarde concreet aan te tonen. Geen enkele organisatie heeft zo’n goede uitgangspositie om dit onderwerp als kans te benutten als de openbare bibliotheek. Die uitgangspositie heeft te maken met onze kennis, imago, kernwaarden, spreiding en toegankelijkheid.

Dus toch een hoofdzaak

We moeten het onderwerp dan wel actief en positief benaderen. Dat betekent onder andere dat we de kennis, houding en gedrag binnen onze eigen organisaties snel verder op orde brengen en dat we ons inspannen om bij te blijven. Want de ontwikkelingen gaan zeer snel. Het vraagt verder om gerichte aandacht voor het onderwerp als we nieuwe diensten ontwikkelen, processen en systemen veranderen, en samenwerkingen aangaan. En het is belangrijk om specifieke diensten voor het publiek te ontwikkelen. Daarmee kunnen we aansluiten bij die maatschappelijke en technologische ontwikkelingen en invulling geven aan de behoeften die daarmee zijn ontstaan.

Voor mij is het wel duidelijk.

Privacy is voor bibliotheken wel degelijk een strategisch onderwerp.

Het moet serieuze en voldoende aandacht krijgen.

En privacy biedt concrete kansen, die bijdragen aan positionering en doorontwikkeling van bibliotheken.

Het is trouwens ook ingewikkeld – maar daarover meer in een volgende bijdrage.

Opmerking: Privacy staat in deze bijdrage voor ‘privacy en informatiebeveiliging’; vanuit algemeen gebruik van termen en voor de leesbaarheid heb ik het hier gemakshalve alleen over ‘privacy’.