Mijn reis als community librarian
Communities verbinden mensen aan de bibliotheek. Maar hoe verandert het je werk als programmamaker? En nog belangrijker: hoe zet je de eerste stap? Adviseur programmering Lotte Kok benoemt aan de hand van haar eigen ervaringen 5 stappen, waarmee je jouw werk vraag- in plaats van aanbodgericht maakt.
‘In 2019 werkte ik bij Bibliotheek Venlo. De bibliotheek wilde doelgroepen afbakenen, die zij aan de bibliotheek wilde verbinden via communities. Ik kreeg de doelgroep ‘studenten’ onder mijn hoede: alle jongeren tussen 16-26 jaar. Deze groep wist de bibliotheek al steeds beter te vinden bijvoorbeeld voor het gebruik van studiewerkplekken. Maar we boden nog geen programmering voor ze aan. Hoog tijd dat daar verandering in kwam.
Een community is een groep mensen die ‘meerdere gemeenschappelijke kenmerken’ deelt en zich rond deze gezamenlijke thema’s verzamelt op on- en/of offline platformen. De deelnemers zijn intrinsiek gemotiveerd om zich samen met gelijkgestemden in te zetten voor een gemeenschappelijk doel. (Bron: https://communitylibrary.probiblio.nl/)
Vers uit de collegebanken stond ik dicht bij de belevingswereld van deze doelgroep. Ik wist welke thema’s en levensvragen er onder hen speelden en wist de juiste tone of voice aan te slaan. Maar ik kende de stad en de branche niet. Daarnaast had Bibliotheek Venlo nog geen ervaring met het werken met communities. Met deze 5 stappen maakte de bibliotheek zich het werken met community’s eigen:
Stap 1: Definieer je doelgroep
- Doe onderzoek. Weet je nog niet precies welke communities er zijn in jouw werkgebied? Onderzoek wat er speelt. Hoe verenigen mensen zich? Studeren ze en hebben ze behoefte om hun sociale netwerk te verbreden? Of zijn veel mensen bezig met het verduurzamen van hun levensstijl? Is er een hoge mate van vereenzaming onder senioren?
- Er zijn 1001 redenen te bedenken waardoor mensen zich zouden willen groeperen en evenveel potentiële communities die hieruit kunnen ontstaan. Kies er één die jou het meest na aan het hart ligt en die past binnen de visie van jouw bibliotheek.
- Het is belangrijk dat jouw MT een go geeft en, nog belangrijker, jou laat experimenteren. Jouw bibliotheek is een proeftuin en er moet ruimte zijn om te falen en opnieuw te beginnen. Het werkboek ‘Werken met communities’ dat Probiblio aanbiedt kan helpen bij de eerste stapjes als community librarian.
Stap 2: Ga in gesprek met je doelgroep
Praat met de bezoekers van je bieb, of breder: met de inwoners van je stad of dorp. Praten kan ook digitaal via bijvoorbeeld mail of WhatsApp. In Bibliotheek Venlo zetten we een vragenlijst uit onder alle leden tussen de 16-26 jaar, bedoeld om een algeheel beeld te krijgen van hoe deze doelgroep de bibliotheek beleeft en om wat voor reden zij deze bezoeken. Met de vragenlijst in de hand ging ik langs de werkplekken en heb daar 1-op-1 gesprekken afgenomen met de studenten. Wat vonden ze fijn aan het studeren bij ons, wat kon er beter? En hadden ze wellicht interesse om hier verder over te praten in een focusgroep?
Stap 3: Vorm een focusgroep of klankbordgroep
Onder een jongerendoelgroep doet gratis eten het altijd goed. We organiseerden 2 brainstormsessies met gratis pizza: één Nederlandstalig en vanwege de grote hoeveelheid internationale studenten in Venlo ook een Engelstalige editie. Studenten zijn stiekem een relatief makkelijke doelgroep. Ze zijn ambitieus en volop bezig uit te vinden wat ze belangrijk vinden in het leven. Zo had ik vrij snel een clubje om me heen verzameld die aangaf mee te willen denken over een aantal onderwerpen:
- Het verbeteren van onze studiefaciliteiten
- Het opzetten van een boekenclub voor jongeren
- Het organiseren van ontmoetingsavonden voor jongeren
Als je denkt dat ik toen al, na die paar maanden, een community om me heen had verzameld, dan heb je het goed mis. Maar de eerste contouren van wat later de studentencommunity zou worden, werden toen al wel zichtbaar. Per onderwerp waren er 2 à 3 jongeren die meedachten. Ik heb geprobeerd zo weinig mogelijk daarin te sturen en hen aangespoord zelf met ideeën te komen. Probeer alle barrières weg te denken: wat zou je dan willen? Na een paar extra maanden brainstormen, vergaderen en plannen stonden de eerste activiteiten op de planning.
Stap 4: De proeftuin
We gingen van start met jongerenboekenclub Kalliope, waar de boekkeuze in handen lag van de leden zelf en de rol van moderator ook rouleerde. Daarnaast had de community het idee ‘ontmoetingsavond’ omgevormd tot bordspellenavonden. Onder het mom ‘Bring your own boardgame’ (BYOB) namen jongeren hun eigen bordspellen mee. Voor wie dat wilde, boden we in samenwerking met inpandig restaurant STEK een menu aan voor een zacht prijsje. Vanuit een ander project (PLEK 3) was er dure podcastapparatuur aangeschaft. ‘Kunnen we daar niet gebruik van maken?’ vroegen een paar van mijn studenten. En voilà, was onze podcast Biebcast geboren. We nodigden jongeren uit om over uiteenlopende onderwerpen in gesprek te gaan, sociaal-maatschappelijk en cultureel van aard. Denk aan eenzaamheid, huisvesting, de Tweede Kamerverkiezingen, maar ook dialect, schrijverschap en urban cultuur.
De promotie lag grotendeels in handen van de community zelf. Mond-tot-mond reclame werkte het beste. Doordat de leden uit de studentencommunity eigenaarschap voelden over de activiteiten die we organiseerden en wilde dat deze succesvol waren, werden zij als vanzelf ambassadeurs voor niet alleen die activiteiten, maar ook de bibliotheek. We deelden flyers uit op de hogescholen en universiteiten en ik ben vaak langs de werkplekken in de bibliotheek gelopen om studenten bekend te maken met de evenementen die we organiseerden.
Stap 5: Onderhouden
Als community librarian blijf je nauw contact houden met je community. Je zwengelt ze aan tot actie en geeft ze een duwtje in de goede richting door vergaderingen te initiëren, hen op de hoogte te houden van wat er speelt in de bieb en hen extraatjes aan te bieden. Zo konden de organisatoren van de ‘Bring your own Board game-avonden’ gratis mee eten.
De meningen over deze aanpak lopen uiteen. Zo stelt Kirsten Wagenaar van Bind (die het boek Organiseren van Communities schreef) dat je als community librarian niet de meest enthousiaste persoon in de kamer moet zijn. Want dan loop je de kans dat het hele boeltje in elkaar stort wanneer jij uit de community stapt of iemand anders het van jou overneemt. Ikzelf heb inmiddels ook een andere baan en weet dat de studentencommunity in Venlo nog alive and kicking is, maar er binnen een paar maanden al heel anders uitzag. Een community is organisch en dat die evolueert is niet meer dan logisch. Een community kan ook doodbloeden. Dit is pijnlijk, maar soms onvermijdelijk. Achterhaal waar de knelpunten zitten, neem geleerde lessen mee en begin opnieuw. En wellicht wordt jouw community wel de voedingsbodem voor een nieuwe community.
Niet zomaar een trucje
Het werken met communities is niet zomaar een trucje. Je werk moet ervan doordrongen zijn. Vanaf stap 1 dien je de doelgroep te betrekken bij het proces. Je gelooft als community librarian intrinsiek in deze manier van werken. Ik ben er zelf heilig van overtuigd dat de community library namelijk niet zomaar een trend is. Het is de toekomst van niet alleen de bibliotheek, maar de gehele cultuuursector. Als we bezoekers willen blijven prikkelen, uitdagen en betrekken, dienen we ze met ons en elkaar te verbinden. Het maakt het bibliotheekwerk spannender, uitdagender en persoonlijker, maar ook ingewikkelder: communities ontstaan vaak organisch en daar moet binnen je organisatie én je eigen werk (lees: hoofd) de ruimte voor zijn. Daarbij is het een proces van de lange adem. Er gaat geheid 1,5 tot 2 jaar overheen voordat jouw community vorm begint te krijgen. Maar als dat eenmaal gebeurt, kun je de zaadjes die je zorgvuldig gepland hebt gaan oogsten.’