Bibliotheek en pabo vinden elkaar in de provincie Groningen
Bibliotheken en pabo’s werken steeds vaker samen. Groningen is een voorloper op dit gebied; daar heeft Biblionet Groningen al sinds respectievelijk 2018 en 2019 een samenwerking met hogeschool NHL Stenden en de Hanzehogeschool in het kader van de Bibliotheek op school pabo. Anneke Tiddens en Nanon Schipper van Biblionet Groningen vertellen in dit interview meer over het hoe en waarom van deze samenwerking.
Waarom wilden jullie graag met de pabo samenwerken?
Nanon: “Ik merk als leesconsulent dat er leerkrachten zijn die lezen nog geen belangrijk onderdeel van het onderwijs vinden. Dat vind ik schokkend. Met de pabo-samenwerking beginnen we helemaal vooraan in de keten.”
Anneke: “Dat is bijzonder, je hebt invloed op zo veel lagen: je werkt met de docenten én met studenten die alles wat ze leren meenemen naar de praktijk van hun eigen stageklas.”
Kunnen jullie nog iets meer vertellen over de samenwerking?
Anneke: “Een leesconsulent had toevallig al contact met de pabo. De kans deed zich toen voor om mee te doen met de pilot van de Bibliotheek op school pabo. We hebben toen een driejarige samenwerkingsovereenkomst afgesloten met een gezamenlijke begroting. Deze hebben we nu al verlengd: we gaan het zesde jaar in. We wilden met de pabo’s graag tot iets gelijkwaardigs komen, waarbij zowel pabo als bibliotheek investeren. Met innovatiegelden hebben we een aanvraag gedaan om de structurele samenwerking voor twee pabo’s beter vorm te geven.”
“Er is een werkgroep waarin verschillende docenten zitten, niet alleen taaldocenten maar nu ook een rekendocent en een ckv-docent. Ook werken er student-assistenten mee. Dat is een geweldige ontwikkeling, waarbij we steeds kleine stapjes maken. Hierdoor wordt leesbevordering steeds meer iets dat ertoe doet! We zetten echt in op de rol van de docent en het belang van lezen en voorlezen. We organiseren allerlei sessies waarbij we experts uitnodigen, of zelf vanuit onze eigen bibliotheekexpertise vertellen. Bijvoorbeeld over laaggeletterdheid. Ook zijn er workshops in het kader van de pabo voorleeswedstrijd.”
Nanon: “Alles wat we doen is heel doelgericht. De Hanzehogeschool heeft aangegeven dat zij wil dat jeugdliteratuur niet alleen in de colleges over taal wordt gebruikt, maar ook bij andere vakken. Daarom zorg ik bijvoorbeeld voor een collectie boeken tijdens de docentenlunch. Dan kunnen zij deze boeken goed bekijken en bedenken hoe zij jeugdliteratuur kunnen inzetten in hun vaklessen. Alle activiteiten passen bij het beleidsplan, waarin we hebben vastgelegd wat we per leerjaar willen bereiken. Dit komt steeds beter uit de verf. Het gaat in ons werk snel naar ‘allerlei leuke dingen doen en organiseren’. Ik vind het belangrijker om eerst helder te hebben wat je wil bereiken en waarom je dat doet. Daarna bedenk je hoe je je doelen wil bereiken en de laatste stap is pas het ontwikkelen en uitvoeren van de activiteiten.”
Hoe zien jullie de toekomst van deze samenwerking?
Anneke: “Ik denk dat we over een paar jaar nog steeds op dezelfde manier samenwerken. Een samenwerking heeft altijd onderhoud nodig, je wilt het blijven ontwikkelen en aanjagen. Ik zou in de toekomst het vrij lezen voor de studenten wel vast op het programma willen zien staan. Dat is nu roostertechnisch nog lastig om te plannen. Ook zie ik nog een kans op het gebied van expertise van de pabodocenten. Zij zouden bijvoorbeeld onze leesconsulenten trainingen kunnen geven.”
Nanon: “Er zijn veel kansen om in de toekomst te verbreden en te verdiepen. We kunnen bijvoorbeeld nog meer verbanden leggen naar informatievaardigheden, (digitaal) burgerschap of meertaligheid.”
Tot slot: wat zijn jullie beste tips voor andere bibliotheken en pabo’s die ook samen willen werken?
Anneke: “Het is een kwestie van een lange adem: zet met elkaar een stip op de horizon en werk daar in kleine stapjes naartoe. Zorg dat de samenwerking niet aan één persoon hangt, maar vorm een werkgroep vanuit verschillende expertises. Probeer hier ook de studenten bij te betrekken. Vier al je resultaten! Wees geen walvis, die de hele tijd onder water is, maar kom als een dolfijn steeds boven water om zichtbaar te zijn en te delen waar je mee bezig bent. Dit is goed voor het interne en het externe draagvlak. Anders ben je keihard aan het werk en heeft niemand in de gaten wat je doet. Lachend: dit is als Groninger, die doorgaans niet zo graag over de eigen successen praat, extra lastig!”
Nanon: “Hogescholen zijn grote organisaties, je moet er zelf van doordrongen zijn dat het veel tijd en energie kost voordat iedereen van beide kanten weet waar hij aan toe is. Dit is anders dan bij bijvoorbeeld de samenwerking binnen de Bibliotheek op school in het basisonderwijs. De bouwsteen netwerk en beleid is ook belangrijk: het management moet de meerwaarde van deze samenwerking zien. Spreek ook je vertrouwen naar elkaar uit: iedereen heeft een eigen expertise. Verdeel met elkaar de taken. Je kunt als leesconsulent niet alles zelf doen.”
Vooraan in de keten beginnen met leesbevordering, samen met een bevlogen werkgroep die als een groep dolfijnen vaak boven water komt om te laten zien wat er gebeurt: in Groningen zijn ze hier goed mee bezig.
Wil je meer weten?
Nog meer over deze samenwerking vind je in deze publicatie. Dit interview is onderdeel van een tweeluik, want ook in de regio Alkmaar is er een soortgelijke samenwerking aan de gang: ‘Samenwerken met de pabo is investeren in de toekomst’. Over de Bibliotheek op school pabo lees je meer op de website van Stichting Lezen.