
Maak kennis met de collega’s van de gezinsaanpak
Wie zijn nou die Probiblio collega’s van de gezinsaanpak? We stellen ons aan je voor! Charlotte deelt welke vraag bibliotheken regelmatig stellen, Iris vertelt welk element van de gezinsaanpak haar aanspreekt, Dalila blikt terug op de rol die geletterdheid in haar eigen gezin speelde, Esmee vertelt over hoe mediaopvoeding en de gezinsaanpak met elkaar verbonden zijn en Anniek deelt een verhaal uit haar eigen leven rondom digitale media.
Charlotte, jij zit al een tijdje in de gezinsaanpak. Wat is de meest gestelde vraag van bibliotheken bij het opzetten van de gezinsaanpak?
“Een vraag die regelmatig terugkomt is hoe veel uren het kost om een goede gezinsaanpak op te zetten. Het antwoord op deze vraag ligt enorm aan de situatie. De tijd die specialisten binnen de bibliotheek ervoor krijgen varieert van een paar uur per week tot een volledige baan. Zo lang je uren hebt kun je iets doen aan de gezinsaanpak, uitgebreid of juist niet.”
Welke hulpmiddelen zijn er? De wegwijzer kan een mooi begin zijn.

Iris, jij bent het nieuwste projectlid van de gezinsaanpak binnen Probiblio. Is er een element in de gezinsaanpak dat jij het meest interessant vindt?
“De integraliteit van de gezinsaanpak is het element wat mij het meeste aanspreekt. Als het gezin centraal staat, is het onmogelijk om de ondersteuning slechts vanuit één discipline aan te vliegen. Dat geldt niet alleen voor de verschillende expertises binnen de bibliotheek, maar ook voor de andere organisaties in het netwerk om het gezin heen. Domeinoverstijgend werken is wat mij betreft de sleutel tot succes bij de gezinsaanpak.”

Er wordt in de gezinsaanpak veel nadruk gelegd op geletterdheid. Dalila, hoe zag de geletterdheid in jouw gezin eruit?
“Mijn ouders konden amper lezen of schrijven. Dat betekent niet dat de taalomgeving niet rijk was. Mijn moeder kletste veel en voederde toneelstukjes op met haar tenen als acteurs. Mijn vader vertelde bijna elke avond een gobira (zelf verzonnen verhaaltje). Desondanks ging er toen ik leerde lezen een wereld voor mij en mijn ouders open. De verhalen, de informatie. Kortom, kennis! Naar de bibliotheek gaan en goed leren lezen was de sleutel tot een beter leven. Ik zie nu dat het heel belangrijk is dat ouders de veiligheid en de steun voelen om hun eigen vaardigheden te vergroten. Dat geeft kracht om hetzelfde ook voor hun kinderen te doen: je helpt je kinderen door jezelf te helpen. Want uiteindelijk wil elke ouder een beter leven voor zijn kind.”

Esmee, jij bent aangesloten bij de gezinsaanpak maar houd je ook bezig met mediaopvoeding, wat hebben die twee eigenlijk met elkaar te maken?
“Media zijn overal aanwezig in het gezinsleven: van prentenboeken tot filmpjes, muziek en tv. Al die vormen van media kunnen kansen bieden voor taal, plezier en ontdekking maar vragen ook om bewuste keuzes. Als kinderen veel achter een scherm zitten, missen ze waardevolle interactie met hun ouders, en die interactie is cruciaal voor hun taalontwikkeling. Mediaopvoeding betekent dan ook niet dat kinderen méér tijd achter schermen doorbrengen. Integendeel: het gaat erom dat ouders zich bewust zijn van de invloed van media en kiezen wanneer ze welke media inzetten en wanneer niet. En hoe beter ouders zelf weten wat er allemaal speelt in de digitale wereld, hoe beter zij hun kinderen kunnen begeleiden. Zo zorgen ze niet alleen voor een taalrijke omgeving, maar helpen ze hun kinderen ook om bewust en vaardig met media om te gaan.
In mijn rol als vrijwilliger bij de VoorleesExpress probeer ik daarom ook te letten op de plek die media krijgen binnen een gezin. Staat de tv aan tijdens het voorlezen, zit een ouder zelf vaak op hun mobiel of is er juist behoefte aan kwalitatief educatieve games? Door dit alle gade te slaan, helpt het mij een beter beeld te krijgen van het gezin en hoe ik hierin kan helpen.”

Anniek, heb jij iets uit je eigen leven rondom digitale media dat je altijd bijblijft?
“Ja, ik heb een verhaal uit de tijd dat ik au pair was bij een gezin met drie kinderen in de basisschoolleeftijd. Ze kregen een Wii van hun ouders en de regels waren duidelijk: alleen in het weekend en elk kind een half uur. De kinderen speelden Mario Kart en vonden het geweldig. Maar een tijdje viel ons op dat ze ’s ochtends totaal niet vooruit te branden waren. Waar ze normaal al lang wakker waren, deed ik er nu een kwartier over om ze uit bed te krijgen voor school. Tot een ouder ’s nachts wakker werd van hun zoon die hun slaapkamer insloop om de afstandsbediening te pakken, die daar altijd lag. In de woonkamer zaten zijn broers al klaar. Wat bleek? Ze slopen al nachtenlang hun bed uit om stiekem Mario Kart te spelen. Het was een heel ritueel: elkaar wakker maken, spelen tot ze het licht zagen worden en dan weer snel terug naar bed. Helaas voor de kinderen moest de Wii na die nacht het huis uit.
Dit is natuurlijk een extreem voorbeeld, maar liet mij wel zien hoe groot de aantrekkingskracht van digitale media kan zijn. Veel ouders ervaren dat het lastig is om duidelijke afspraken te maken en vol te houden, zeker omdat schermen overal aanwezig zijn.”
