Zo krijg je digitale toegankelijkheid in het DNA van jouw bibliotheek
Digitale toegankelijkheid in het DNA van de organisatie krijgen vraagt om meer dan een project of eenmalige verbetering: het is een verandering waarbij iedereen een rol vervult, maar de directie en het MT onmisbaar zijn als trekkers. In dit artikel vind je concrete handvatten, een volwassenheidsladder en aandacht voor valkuilen en tips, óók voor kleine bibliotheekorganisaties.
Digitale toegankelijkheid betekent dat iedereen digitale diensten (o.a. websites en apps) kan gebruiken, ook mensen met een beperking zoals blindheid, doofheid, autisme of tijdelijke fysieke klachten. De overheid wil dat websites en apps voor iedereen toegankelijk zijn, zodat niemand wordt uitgesloten van de digitale samenleving. Een ambitie die ook door de bibliotheken omarmt wordt. Iedereen is welkom in de bibliotheek, fysiek én online.
Toegankelijkheid is één van de 5 kernwaarden van de bibliotheeksector.
Bron: Netwerkagenda 2024 – 2027
De 5 belangrijkste stappen naar verankering:
- Bewustwording in de hele organisatie
Zorg dat alle medewerkers, van directie tot medewerkers op de bibliotheekvloer, doordrongen zijn van het belang van digitale toegankelijkheid. Laat zien wie je nu nog uitsluit en wat het oplevert als iedereen mee kan doen. Organiseer bijvoorbeeld een sessie waarbij een ervaringsdeskundige ervaringen deelt met het gebruik van een ontoegankelijke website of app. Dit zorgt voor bewustwording én begrip, ook bij het management.
Tip: lees dit artikel wat levert een digitaal toegankelijke bibliotheek op en deel het met je collega’s. - Kennis opbouwen en bijhouden
Investeren in kennis is essentieel. Zorg dat iedere medewerker de juiste informatie krijgt die past bij zijn of haar rol. Denk aan een e-learning, workshops of het delen van handige tips tijdens het werk. Houd kennis up-to-date met webinars, interne gesprekken en updates uit het netwerk via bieb2bieb. Nieuwe ontwikkelingen en wettelijke eisen volgen elkaar snel op; continue leren is een must. - Verankeren in rollen, verantwoordelijkheden en processen
Digitale toegankelijkheid is iets dat continu op orde moet zijn. Dit vraagt om teamwork. Het is belangrijk dat het duidelijk is wie waar verantwoordelijk voor is – van directie, communicatie, ICT tot front-office. Leg deze verantwoordelijkheden vast, bijvoorbeeld in het functieprofiel of in een speciaal borgingsdocument. Zorg dat toegankelijkheid standaard in elk proces wordt meegenomen: van inkoop en communicatie tot technische ontwikkeling.
Tip: in het rollenboek ‘Wie doet wat?’ van de overheid vind je een handig overzicht van rollen en verantwoordelijkheden.
Tip: met de module ‘Technologie voor iedereen’ (hoofdstuk 6) van de e-learning BiebBoost maken je collega’s binnen een half uur kennis met digitale toegankelijkheid. - Betrek ervaringsdeskundigen
Laat regelmatig websites, apps, formulieren of pdf’s testen door gebruikers met een (functie)beperking. Betrek ervaringsdeskundigen al in de ontwerpfase, bijvoorbeeld als gebruiker van digitale schermen in je bibliotheek of als tester van je website. Dit levert praktische inzichten op en houdt de blik scherp, ook bij directie, ICT en programmamakers. - Monitoren en vieren van successen
Meet regelmatig waar de organisatie staat op de volwassenheidsladder digitale toegankelijkheid. Houd voortgang bij, deel leerpunten en vier behaalde mijlpalen, groot of klein. Zo houd je het onderwerp positief op de agenda en groeit het eigenaarschap in de hele organisatie.
Waar staat jouw organisatie?
De toegankelijkheidsladder laat zien welk niveau van borging je als organisatie bereikt.
Vraag jezelf af:
- Is er structureel aandacht en een eindverantwoordelijke?
- Zijn rollen en processen verankerd of hangt alles aan één persoon?
- Is er structureel budget, kennis en tijd?
- Wordt kennis actief gedeeld en processen geëvalueerd?
- Worden leveranciers structureel betrokken en gehouden aan afspraken?
Leveranciers meenemen
Ook leveranciers hebben een belangrijke rol. Denk aan de bouwer van je website, vormgevers van communicatie-uitingen (beeld, video, pdf) of de leverancier van je online ticketsysteem. Breng je leveranciers in kaart. Denk aan: de leverancier van het CMS van je website (bijvoorbeeld de KB voor WaaS), de online catalogus (Wise van OCLC), online formulieren (o.a. Olifantenpaadje), maar ook aan vormgevers die uitingen (beeld, video, pdf’s) maken in opdracht van marketing en communicatie. Ga met hen in gesprek en stel eisen aan digitale toegankelijkheid bij offerteaanvragen of contractverlengingen. Vraag, waar nodig, om een toegankelijkheidsonderzoek. Maar maak ook afspraken over testen, opleveren, onderhoud en herstel van toegankelijkheidsproblemen.
Valkuilen voor het embedden van digitale toegankelijkheid in de organisatie:
- Geen duidelijke rolverdeling: als iedereen verantwoordelijk is, voelt niemand zich eigenaar.
- Digitale toegankelijkheid is een checklist of bijzaak. Voorkom dat het pas achteraf of incidenteel opgepakt wordt. Maak het onderdeel van ieders werk.
- Gebrek aan continuïteit: het onderwerp hangt aan één persoon en is niet formeel geborgd. Betrek de directie, werk samen met collega’s en houd de ontwikkelingen in de gaten.
Vergeten leveranciers: afspraken over toegankelijkheid worden niet vastgelegd bij de inkoop van software, websites, vormgeving of andere digitale diensten.
Tips voor kleine bibliotheekorganisaties
- Begin klein. Kies één proces of kanaal om toegankelijk te maken en gebruik dit als voorbeeld voor de rest.
- Zoek samenwerking met andere bibliotheken: deel kennis en ervaringen op BiebtoBieb.
- Doe het zoveel mogelijk samen met collega’s. Maak het een gedeelde verantwoordelijk en gebruik eenvoudige stappenschema’s.
- Gebruik de tools, kennis en hulpmiddelen die beschikbaar zijn en maak een ambitieus, maar haalbaar actieplan.
Teamwork vanuit de top
Tot slot: zonder steun van directie en MT lukt het niet om digitale toegankelijkheid écht te borgen. Zorg voor lange termijn commitment, betrek de hele organisatie én leer van ervaringsdeskundigen. Zet samen concrete stappen: zo wordt toegankelijkheid niet het werk van één afdeling, maar het DNA van de hele organisatie.