
Kan jeugdliteratuur de leescrisis redden?
Jongeren lezen steeds minder en slechter, met grote gevolgen voor hun toekomstige kansen in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Hoe zijn we hier beland, en wat kunnen we doen om het leesonderwijs te verbeteren? Welke rol kunnen bibliotheekspecialisten hierin spelen, en hoe kan het leesonderwijs aangepast worden om jongeren beter voor te bereiden op de digitale en taalrijke samenleving? Daarover gaan Probiblio adviseurs Michelle Smit en Maike van Pelt in gesprek met professor dr. Yra van Dijk.
(0:04) Er is eigenlijk toch een golden bullet en dat is de lat hoger leggen. (0:10) De hele tijd voortdurend de lat hoger leggen en niet te snel tevreden zijn. (0:13) Dus daar moet iedereen aan meedoen.
(0:17) Welkom bij Probiblio maakt een ommetje met. (0:24) Kan jeugdliteratuur de leescrisis redden? (0:26) Een gesprek met professor dokter Yra van Dijk over de toekomst van effectief leesonderwijs (0:32) en de rol van bibliotheekspecialisten. (0:36) Ik ben Michelle Smit, adviseur educatie voor het primair onderwijs bij Probiblio.
(0:41) En mijn naam is Maike van Pelt, ook adviseur educatie bij Probiblio, (0:45) maar dan voor het voortgezet onderwijs. (0:47) Jongeren lezen steeds minder en slechter, met grote gevolgen voor hun toekomstige kansen (0:52) in de samenleving en op de arbeidsmarkt. (0:55) Hoe zijn we hier beland en wat kunnen we doen om het leesonderwijs te verbeteren? (1:00) Welke rol kunnen bibliotheekspecialisten hierin spelen en hoe kan het leesonderwijs (1:04) aangepast worden om jongeren beter voor te bereiden op de digitale en taalrijke samenleving? (1:11) Daarover gaan we in gesprek met professor dokter Yra van Dijk.
(1:15) Zij is bij ons aangeschoven aan tafel en we zijn in Museum Naturalis in Leiden (1:19) tijdens de Kennerscirkel Educatie van Probiblio. (1:23) Welkom. (1:24) Dank je wel.
(1:24) Jij bent hoogleraar en onderzoeker moderne letterkunde en expert op het gebied van (1:29) effectief leesonderwijs en jeugdliteratuur. (1:33) We bevinden ons midden in een leescrisis. (1:35) Jongeren lezen steeds minder en vaak ook slechter.
(1:39) Wat zijn volgens jou de belangrijkste oorzaken van deze trend? (1:42) Iedereen wijst ook als eerste naar de mobiele telefoon. (1:45) Dat zal ook echt een van de belangrijkste oorzaken zijn. (1:49) Maar mobiele telefoons hebben ze in het buitenland ook en daar gaat het leesonderwijs minder hard achteruit.
(1:55) Dus we hebben in Nederland nog wel een extra probleem. (1:58) En we denken daarbij toch wel dat dat vooral in het onderwijs zit. (2:04) En die leescrisis, wordt die bij iedereen even hard voelbaar? (2:11) Nee, dat is het probleem natuurlijk.
(2:13) Dat raakt mensen harder die thuisgeen niet uit een leescultuur komen of die uit een (2:19) achtergrond komen met ouders die bijvoorbeeld praktisch of technisch zijn opgeleid. (2:24) Dus een van de grote problemen van de leescrisis is dat die kansenongelijkheid vergroot. (2:29) En die kloof wordt eigenlijk steeds groter in plaats van steeds kleiner, wat je zou hopen.
(2:34) En je zei net dat het vooral in het probleem in het onderwijs zit. (2:40) Mogen we dan, daar is veel over te doen ook in de media nu, (2:43) mogen we dan concluderen dat het bij de pabo begint? (2:47) Zeker. Ja, we hebben natuurlijk een lerarentekort, (2:50) maar we hebben ook een kwalitatief lerarentekort in die zin dat pabo-studenten ook aangeven (2:55) dat ze ongeveer de helft van de pabo-studenten houdt niet van lezen (2:59) en leest eigenlijk überhaupt niet voor zijn plezier.
(3:01) Wat echt heel gek is natuurlijk. (3:03) Wat echt heel gek is, zij leest zelfs niet de boeken die ze moeten lezen, (3:06) die voorgeschreven moeten worden. (3:07) Dus die dalende leesmotivatie, dat dalende leesplezier, (3:12) ja, dat ervaren mensen op de HAVO en als ze vervolgens naar de pabo gaan, (3:15) dan nemen ze dat mee.
(3:17) Dus eigenlijk op ieder aspect van de, (3:22) ieder niveau eigenlijk van het onderwijs gaat dat mis. (3:24) En dat gaat door op de lerarenopleidingen, ook voor het tweede graadsgebied, (3:29) waardoor de leraren de basisscholen en de middelbare scholen inkomen (3:32) die eigenlijk heel weinig belezenheid hebben, heel weinig leesplezier zelf hebben (3:37) en dus ook niet zo overtuigd zijn van het belang van lezen (3:40) en ook niet goed weten wat ze dan moeten lezen met hun leerlingen. (3:44) Dus dat is zeker een groot deel van de neerwaartse spiraal (3:47) waar we de afgelopen jaren in terecht zijn gekomen.
(3:50) En misschien om daar nog heel veel op terug te komen, (3:52) het probleem zit natuurlijk ook in de thuissituatie, (3:54) maar ja, dat is ook veel lastiger om daar iets aan te veranderen. (3:57) Maar ook ouders moeten natuurlijk aan de slag met lezen. (4:01) Ja, en als we het hebben over dat belang van het lezen niet serieus nemen, (4:06) wat verliezen we dan? (4:07) En denk je dat dat genoeg voelbaar is eigenlijk nu bij ons? (4:11) Ik vraag me wel inderdaad af, ook al staan de kranten ervan vol, (4:14) is of mensen er genoeg van doordrongen zijn, (4:18) wat lezen eigenlijk betekent in onze samenleving.
(4:21) Dus dat lezen ligt echt aan grondslag (4:24) aan alles wat de westerse cultuur kenmerkt. (4:26) Dus onze rechtspraak, democratie, het hele onderwijssysteem, (4:31) is eigenlijk allemaal gebaseerd op tekst. (4:34) Dus lezen is niet zomaar iets wat je even doet als je een brief binnenkrijgt, (4:38) maar onze hele westerse cultuur is gebaseerd op het schrift en op lezen.
(4:44) En het is echt heel erg moeilijk om een goed functionerende burger te zijn (4:47) als je niet goed kan lezen, onmogelijk eigenlijk. (4:51) Maar je maakt ook niet echt deel uit van die samenleving. (4:56) Dus als je niet geletterd bent, ben je ook niet cultureel geletterd, (4:59) ben je niet eigenaar van onze samenleving.
(5:03) En je bent niet geïnformeerd of slecht geïnformeerd (5:06) omdat je jezelf niet kunt informeren. (5:08) Precies, ja. En dat gaat dus om praktische dingen en ook om culturele dingen.
(5:12) Ja, want als we het dan bijvoorbeeld hebben over, (5:15) nou, een mooi woord, persoonsvorming, (5:18) daar zit een belangrijke levensles, denk ik, ook in, (5:23) die je kinderen al vroeg mee kunt geven als je ze effectief laat leren lezen. (5:30) Zeker, ja, dat begint zelfs al eerder. (5:32) Daarom is thuis ook zo belangrijk.
Dat begint natuurlijk bij gesprekken thuis. (5:36) En er zijn in toenemende mate gezinnen waar er minder gesprekken worden gevoerd, (5:41) omdat iedereen op een scherm zit, (5:43) waar de tafelgesprekken plaats hebben gemaakt (5:45) voor iedereen die op zijn eigen scherm zijn eigen dingen zit te kijken of te luisteren. (5:50) En die gesprekken zijn het begin van persoonsvorming, (5:52) omdat je daar ook de culturele verhalen hoort, (5:56) ja, die ertoe doen voor wie jij bent.
(5:58) En die verhalen zijn eigenlijk de allereerste verhalen die je leert te begrijpen. (6:02) Dat zijn voorleesboekjes, maar dat zijn ook herinneringen uit het thuisland van je ouders. (6:08) Liedjes misschien ook wel? (6:09) Zeker, liedjes en versjes, absoluut, ja.
(6:12) En dat mooie boek Misjka over vluchten, (6:14) dat gaat eigenlijk minder over vluchten dan over het ontbreken van het vluchtverhaal. (6:19) En dat de hoofdpersoon niet precies weet wie ze is en waar ze vandaan komt, (6:23) omdat dat gesprek, dat verhaal thuis niet bespreekbaar was. (6:27) Dus dat is een mooie illustratie van de kracht van verhalen voor persoonsvorming.
(6:32) Ja, en als we het echt over persoonsvorming hebben, (6:35) gaat het ook heel erg over dat het zo belangrijk is om je te kunnen uitdrukken wie jij bent (6:40) en wat je te vertellen hebt in dit leven. (6:42) En dat is al moeilijk genoeg natuurlijk, ook als je goed kunt lezen. (6:47) Maar ja, het is echt, tenminste als ik ook aan mezelf denk, boeken hebben zo mijn leven veranderd, (6:54) me zoveel minder eenzaam gemaakt en inderdaad zoveel rijker, (7:00) omdat ik me beter kon verplaatsen in anderen, (7:02) maar ook het gevoel had dat iemand zich ook of woorden kon geven aan mijn eigen belevingswereld.
(7:09) Ik denk ook dat je dat, en dat wordt heel erg benadrukt, maar wat minder wordt benadrukt, (7:13) is dat je ook daardoor goed leert luisteren naar wat de anderen daarover vertellen. (7:20) En dat je gesprekken leert voeren en dialogen leert begrijpen. (7:25) En van mening kunt verschillen, ja.
(7:27) En dat het oké is. (7:28) Ja, maar heel veel jeugdromans zijn ontzettend dialogisch. (7:31) Die bestaan voor een heel groot deel uit dialoog.
(7:34) Dus ze doen dialoog gewoon voor de hele tijd. (7:38) En je kan het dan eigenlijk naboodsen in de echte wereld, omdat je het al hebt gelezen. (7:44) Ja, precies.
(7:44) En dan weet je ook dat je van mening kunt verschillen en dat dat niet uitmaakt. (7:48) Ja, hoe je dat moet doen. (7:49) Dat je nog steeds bevriend met elkaar kunt zijn.
(7:51) Ja, precies. (7:52) De nadelijke persoonsvorming is soms riskant, (7:55) omdat het suggereert dat al vastligt wie je aan het worden bent en dat een boek je helpt dat te vervolmaken. (8:00) Terwijl juist jeugdliteratuur zo sterk is waar het om gaat, (8:04) je te leren dat dat dus een proces is.
(8:06) En dat je persoonlijkheid eigenlijk voortdurend de rest van je leven gevormd gaat blijven worden. (8:12) Onder andere door de verhalen die je hoort om je heen. (8:16) Maar ook door met wie je je identificeert.
(8:19) Dus wie kies je als je rolmodel op? Wie wil je lijken? Met wie ga je om? (8:23) En dat is wat jeugdliteratuur je de hele tijd laat zien. (8:27) Hoe dat in elkaar zit en dus eigenlijk ook dat je nooit af bent. (8:32) En dat het prima is om in verandering te zijn.
(8:34) En ik heb gemerkt dat dat voor leerlingen, voor kinderen, ontzettend bevrijdend is. (8:38) Want die zijn heel bang om te worden wie ze zijn. En terecht.
(8:42) Nou ja, je gaf ook aan dat wat veel gebeurt is dat een heel gezin op schermen zit. (8:48) Nou, wij zitten met een enorm portret van Freek Vonk achter ons. (8:54) We kijken uit op de kantine, zien we ook allemaal jongeren op hun mobiele telefoon.
(9:01) We zitten natuurlijk ook in een digitale samenleving. (9:04) En leesvaardigheid is belangrijker dan ooit. (9:07) Maar hoe kunnen we er nou voor zorgen dat jongeren de juiste leesvaardigheden ontwikkelen… (9:15) om niet aan de zijlijn ook van die digitale wereld te staan? (9:18) Want die is ook belangrijk, die moeten we ook niet vergeten.
(9:20) Maar we moeten het effectiever inzetten, dat lezen. (9:24) Precies, het pleidooi is niet voor terug naar papier en gooi alle schermen maar de deur uit. (9:29) Omdat dat niet realistisch is.
(9:32) Maar misschien twee dingen zijn belangrijk. (9:33) Ten eerste is recent, de proefschrift van Niels Bakker waarin hij aantoont… (9:37) dat digitale lezen eigenlijk op allerlei manieren minder goed werkte. (9:41) Dat gewoon je begrip van digitale teksten altijd minder goed is dan van papier.
(9:45) Dus laten we beginnen te zeggen dat teksten in de school in principe op papier moeten zijn. (9:51) Omdat uit alles blijkt dat digitale lezen, behalve e-readers… (9:55) maar verder alle vormen van digitale lezen, eigenlijk minder goed zijn dan van papier. (9:59) Dat is één ding.
(10:00) En ten tweede blijkt ook uit onderzoek dat je digitale vaardigheid… (10:03) je digitale geletterdheid begint bij geletterdheid. (10:07) En dat is iets wat toch snel vergeten wordt. (10:09) Dat je denkt, nou ja, goed, als je een formulier kan invullen online, dan ben je een heel ent.
(10:14) Je kan dat eigenlijk pas als je goed hebt leren lezen. (10:17) Dus dat is toch het alfa en oma, gaan leren lezen van papier… (10:20) en dan van daaruit kan je langzamerhand gaan trainen om in de digitale wereld stand te houden. (10:25) En dat werkt nog breder als je kijkt naar sociale media.
(10:29) Dat je kan toch… (10:30) Als je goed kan lezen, ben je beter weerbaar tegen allerlei manieren… (10:34) waarop je in de online wereld wordt gemanipuleerd, misleid en voorgelogen. (10:39) En om je daar kritisch toe te kunnen verhouden… (10:42) en je kritisch te kunnen verhouden tot verhalen die politici ophangen bijvoorbeeld… (10:47) moet je eerst goed en kritisch leren lezen. (10:52) Er wordt vaak bij digitale geletterdheid vooral naar het eerste gekeken.
(10:55) Maar dat tweede is natuurlijk minstens zo belangrijk. (10:59) Ja, en hoe kunnen we dat voor elkaar krijgen? (11:01) Hoe gaan we het leesonderwijs aanpassen? (11:04) Er is eigenlijk toch een golden bullet. (11:06) En dat is de lat hoger leggen.
(11:09) De hele tijd voortdurend de lat hoger leggen en niet te snel tevreden zijn. (11:12) Dus daar moet iedereen aan meedoen. (11:15) En die lat geldt voor alle kinderen? (11:17) Alle kinderen, alle leraren, alle leesconsulenten, alle ouders, alle methodemakers.
(11:23) Iedereen moet uiteindelijk echt een paar hele stevige stappen omhoog gaan zetten. (11:26) En je merkt gewoon dat op alle niveaus die lat de hele tijd te laag ligt. (11:30) Dus er wordt te weinig verwacht.
(11:32) In het gemiddelde geschiedenisboek voor het PO lezen leerlingen in de loop van een jaar… (11:37) Nou ja, misschien 2000 woorden geschiedenis. (11:40) Ze kunnen ook 10.000 woorden lezen of 20. (11:42) Dat is ook wel heel weinig, hè? (11:43) Als je dat gaat optellen, wat er in zo’n methode eigenlijk staat aan tekst, is dat ontzettend weinig.
(11:48) Dus meer teksten, rijkere teksten vanaf groep 1. (11:52) Heel veel leraren, als ze dit horen of leesconsulenten, die kijken naar hun huidige groep achter. (11:57) Ze denken, ja, maar ja, kruistocht in Spijkerbroek, te dik, te moeilijk, kan niet meer. (12:02) Maar ze vergeten dat als we dit vandaag met z’n allen gaan doen… (12:05) hebben ze over een paar jaar andere groep achters.
(12:08) Dus dat moeten we ons realiseren, dat als je het allemaal tegelijk gaat doen… (12:12) natuurlijk moet dat in groep 8 dan met wat scaffolding, steuning, hulp, een paar tussenstapjes. (12:18) Maar als je die omslag met z’n allen gaat maken, dan heb je straks ook andere leerlingen… (12:23) die gewend zijn naar moeilijke teksten, die gewend zijn om te hebben over wat er staat… (12:27) gewend zijn om het te interpreteren en betekenis te geven. (12:31) En als we het dan echt even in de definitie hebben over effectief lezen… (12:38) wat is dan jouw definitie? Want het is niet zomaar lezen en de lat hoger leggen.
(12:42) Het is ook wel echt met een doel. (12:44) Ja, daarom zei ik net interpreteren, dat klinkt heel geleerd… (12:47) maar eigenlijk kan dat dus ook vanaf groep 1 of vanaf de allereerste grote boekjes. (12:54) Ja, en het is een duur woord voor betekenis geven aan wat je leest.
(12:57) En dat kan je misschien op twee manieren begrijpen. (12:59) Technisch, maar ook in de zin van het zinvol maken wat je leest. (13:04) Dus doelgericht lezen en lezen met begrip.
(13:07) Dus betekenis in allebei de manieren van het woord, van wat staat hier… (13:12) en waarom is dat betekenisvol voor mij? Wat is mijn doel bij het lezen van deze tekst? (13:17) Maar ook, wat betekent het eigenlijk wat hier staat, die twee dingen? (13:21) En dat ontbreekt heel erg in veel methoden waarbij het woord lezen… (13:26) omdat we nu eenmaal in een leesuurtje zitten… (13:29) of omdat we bezig zijn met een begrijpend leesles… (13:31) in plaats van een tekst lezen omdat ik benieuwd ben wat er staat. (13:35) En dat is waarom zoveel scholen nu werken met thematisch lezen… (13:39) in de hoop die nieuwsgierigheid en samenhang… (13:42) want dat doelgerichte lezen veronderstelt samenhang… (13:46) sterker in dat leescurriculum te krijgen. (13:50) Ik denk sowieso, om even terug te komen op duur woord… (13:54) dat het ook voor de leesconsumenten belangrijk is… (13:56) om die dure woorden ook te blijven gebruiken en niet te zien als iets elitairs.
(14:00) Als het een onbekend woord is, is het niet meteen elitair. (14:03) Het is gewoon een rijker woord wat aangeeft wat de bedoeling is… (14:07) wat die leraren ermee kunnen doen. (14:10) Net zoals het woord literatuur is een woord voor iedereen.
(14:13) Het is niet chique, het geeft gewoon aan met welk materiaal je aan het werk bent. (14:17) Ja, dat is een goed punt. Bovendien staat het inmiddels in de wettelijke kadersliteratuur.
(14:22) Zeker, SLO-kerndoelen ook. (14:24) Dat bedoel ik, ja. Precies, daarom.
(14:27) En hoe zie jij de rol van bibliotheekspecialisten… (14:30) in het verbeteren van het leesonderwijs? (14:33) Wat kunnen zij doen om jongeren beter te betrekken bij het lezen… (14:38) en vooral in deze tijd waarin andere media steeds meer aandacht trekken? (14:44) Ten eerste heel veel respect, want ik snap dat die rol echt heel erg lastig is. (14:49) We zitten met z’n allen wel niet op de meest populaire plek voor jongeren op dit moment. (14:54) Dus dat ten eerste.
(14:55) Realiseer je dat je een hele belangrijke strijd voert, maar dat die niet zo eenvoudig is. (14:59) Dus dat is ten eerste, denk ik, belangrijk. (15:02) En ten tweede blijf de hele tijd het goede voorbeeld geven, ook in je eigen leesgedrag.
(15:07) Een model voortdurend. (15:08) Dat is inderdaad een goed voorbeeld met die moeilijke woorden gebruiken. (15:11) Een model voortdurend wat je verwacht van de leraar en van de leerling… (15:14) en van jongeren in de bibliotheek.
(15:17) Informeer ze goed over welke stappen je kan zetten. (15:19) Waarom het zo belangrijk is. (15:20) Dus legitimeer literatuur.
(15:22) Leg uit waarom juist literatuur of waarom rijke teksten je meer bieden… (15:26) dan het zoveelste serie, boek of strip. (15:32) En ik zou zeggen, help leraren met zien waar die betekenisrijkheid dan in zit. (15:39) Op welke niveaus die zitten.
(15:40) En dat zit niet alleen in woordenschat om beter zakelijke teksten te leren lezen… (15:44) of die van wereldoriëntatie. (15:46) Maar dat zit hem dus ook juist in de grotere rijkdom die een tekst heeft… (15:50) voor het begrijpen van de wereld om je heen. (15:53) Wie je daarin bent.
(15:54) En alle andere burgerschapsdoelen van het accepteren van diversiteit… (15:58) en het tegengaan van polarisatie. (16:00) Dus die les voortdurend herhalen, maar ook duidelijk maken… (16:05) dat het veel minder moeilijk is dan mensen denken. (16:08) Dat heb ik ook steeds meer het idee.
(16:11) Leraren denken dat betekenis geven aan een jeugdliteraire roman… (16:16) dat dat iets heel ingewikkelds is. (16:17) En uiteindelijk, als je dan met ze in gesprek gaat… (16:20) blijkt dat ze dat allang doen, alleen het zelf niet zo noemen… (16:25) of het heel terloops doen en bijvoorbeeld niet modellen. (16:30) Dus soms gaat het ook eigenlijk om het expliciet maken van iets wat er al gebeurt.
(16:34) Kan je daar een voorbeeld van geven? (16:39) Ja, bijvoorbeeld hardopdenkend voorlezen. (16:42) Dan denken leraren dat dat ontzettend ingewikkeld is. (16:46) Maar als je dan met ze gaat bespreken, je leest samen roman… (16:50) en dan blijkt eigenlijk, ik heb dat bijvoorbeeld gedaan met de kleine kapitein… (16:56) dan blijkt eigenlijk dat als je zegt, oké, lees dit hoofdstuk… (17:00) en stop nu eens waar je denkt dat je een leuke vraag kan stellen… (17:04) dat er iets gebeurt met de spanningsopbouw… (17:07) of iets tussen de personages wat relevant is, de gebruikelijke close reading vragen… (17:12) dan blijkt iedereen eigenlijk feilloos op een relevant moment te stoppen.
(17:15) Dus leraren die enigszins belezen zijn, daar begint het wel… (17:19) die een basis hebben in jeugdliteratuur… (17:22) die hebben, zoals alle lezers, een feilloos gevoel voor wat er gebeurt in hun tekst. (17:27) Dus we moeten, ik denk dat dat belangrijk is, eigenlijk vertrouwen bieden… (17:32) in de eigen literaire competentie eigenlijk. (17:36) Van de leerkracht.
(17:37) Van de leerkracht, precies. En vertrouwen in de tekst. Die tekst doet het.
(17:41) Het is niet zo dat je allerlei opsmuk daarbij nodig hebt. (17:44) De kracht zit in die tekst, dus die tekst doet het wel. (17:46) Het enige wat je hoeft te doen, is af en toe stoppen en aanwijzen waar dan… (17:50) en met de leerlingen gaan onderzoeken van, hé, wat gebeurt hier eigenlijk? (17:53) Ja, ze echt erin duiken ook met elkaar.
(17:56) Ja, maar vanuit ook wel echt die intuïtie. (17:58) En die intuïtie, die is er. Als je gewoon een klein beetje belezen bent, is die daar wel.
(18:02) En nu geef je eigenlijk hele goede voorbeelden voor een team educatie van de bibliotheek… (18:08) hoe ze het zouden kunnen aanpakken met een school en met een leerkracht. (18:14) Misschien eerst wel moddelen gewoon, uiteindelijk. (18:16) Dat moddelen is echt belangrijk in de klas, maar ook, denk ik, voor zo’n team.
(18:21) Laat eerst gewoon eens zien hoe je het zelf zou doen. (18:23) Ja, precies. En dan bijvoorbeeld samen en een keer dan observeren… (18:26) hoe de leerkracht het zelf zou doen.
(18:29) Wat wij vaak bij Probiblio ook adviseren, is ook echt om je te richten op die leerkracht… (18:34) en eigenlijk om een heel leerkrachtenteam, inclusief de directeur… (18:37) want die moet het natuurlijk uitdragen, omdat dat het meest effectief is. (18:42) Wat we vaak nog tegenkomen, is dat bibliotheken ook moeilijk vinden… (18:46) om deze nieuwe manier van werken bijvoorbeeld aan een school uit te leggen… (18:50) en ervan te doordringen van dit is wat we gaan doen… (18:52) en vallen dan toch weer terug in het geven van losse lesjes. (18:57) Wat zou jij zeggen tegen een leesconsulent… (18:59) als dat een van de obstakels is die ze vaak tegenkomen? (19:03) Hoe maak je jezelf nou een betrouwbare partner voor dat onderwijs ook? (19:07) Want je wil als bibliotheek professioneel overkomen met kennis van zaken… (19:10) over literatuuronderwijs, literatuuranalyse.
(19:13) Je wil die leerkrachten nascholen. (19:16) Hoe zet je jezelf op de kaart? Hoe blijf je trouw aan jezelf? (19:19) Ook als een school zegt, nee, dat hoef ik niet. (19:21) Geef mij gewoon die kist met boeken.
Laat maar zitten. (19:25) Ik weet het wel. (19:26) Ja, ik zit te denken dat dat misschien ook toch bij de methode zou moeten beginnen.
(19:30) De methode is hierin gewoon lang niet altijd een betrouwbare partner. (19:34) Dus misschien zou je moeten beginnen met het team… (19:36) gaan zitten bij de taalmethode die ze gebruiken en in kaart brengen wat zij missen… (19:40) en de hele tijd laten zien dat jij dat te bieden hebt. (19:44) Want er is geen leraar die tevreden is over zo’n methode, in mijn ervaring.
(19:48) Zeker niet op de basisschool. (19:52) En als je eerst met elkaar een paar voorbeelden uit de verschillende bouwen gaat bekijken… (19:58) en de leraar geeft je zelf aan van, ja, dit is eigenlijk een beetje saai. (20:02) Deze tekst is wel heel straal.
(20:04) Hier mis ik eigenlijk kennis over jagers en verzamelaars. (20:07) Dan kan je laten zien van, kijk, dat heb ik allemaal in huis. (20:12) Hoe kan ik jou nou faciliteren dat je toch die methode gebruikt? (20:15) Want daar zitten ze vaak jarenlang aan vast zelfs, of dat heeft de directeur besloten.
(20:21) En kan ik je stutten naast de methode? (20:23) Dus dat je eigenlijk wat meer invoegen in plaats van haaks erop komen. (20:28) Invoegen in waar de leraar al mee bezig is en waar hij nu eenmaal in zit. (20:33) En daar de hele tijd verrijken met die rijke teksten.
(20:36) Dus een compliment, een supplement bieden eigenlijk. (20:39) Ja, en eigenlijk laten zien dat jij tenminste een puzzelstukje bent. (20:44) Dat jij het antwoord hierop bent en dus ook ze kan helpen hiermee.
(20:49) Ja, en ik denk dat veel van die methoden, als je daar rijke teksten naast biedt, (20:53) jeugdliteratuur en zakelijke teksten, dat ze al meteen eigenlijk… (20:57) Want die bieden vaak best een structuur van wanneer bied je welk grammaticaal onderdeel aan, etc. (21:02) Daar snap ik dat veel leraren het fijn vinden om daar een methode voor te hebben. (21:06) En dan heb je vaak best al een mooie tandem.
(21:09) Tenminste, dat puzzelstukje is een mooi deeltje. (21:12) We hebben het over hoe belangrijk de leeskwaliteiten zijn. (21:19) Maar het zijn ook levenskwaliteiten die je daarmee bereikt.
(21:24) Dus waarom is het zo belangrijk voor elk kind om kinderliteratuur te lezen? (21:33) Om dat tot zijn of haar beschikking te hebben? (21:38) Ik denk dat omdat, als je het vergelijkt met kinderboeken die geen literatuur zijn, (21:43) dat je dan het scherpste ziet. (21:45) In een kinderboek zijn het heel vaak schematische verhalen. (21:48) Je valt in een vast patroon.
(21:50) Want je bent op een kostschool of je bent in een voetbalteam… (21:53) en er gebeurt eigenlijk de hele tijd hetzelfde. (21:57) En de jeugdliteratuur heeft eigenlijk als kracht dat je aan dat schematische ontsnapt. (22:04) Dat je jezelf kan bevrijden, dat je ziet hoe die personages zich bevrijden… (22:08) aan wat er van ze wordt verwacht, waar ze vandaan komen… (22:12) wat de omgeving kenmerkt en binnengaan in een wereld van fantasie, verbeelding, verandering, rebellie.
(22:20) En ook dat je kan verkennen dat je eigenlijk mogelijke werelden, heet dat in de literatuurtheorie… (22:27) dat je mogelijke werelden kan gaan verkennen zonder dat je zelf daadwerkelijk gevaar loopt. (22:31) En dat kan ook een wereld zijn waarin je zelf de verrader bent… (22:34) of waarin je beste vriend de verrader is. (22:36) En dat zijn dus ook morele en psychologische zelfonderzoeken van hoe zou ik handelen… (22:44) en waarom handelt diegene zo? (22:46) En het mooie is eigenlijk dat daar in die theorie wordt ook uitgelegd… (22:49) dat er twee soorten identificatie zijn.
(22:52) Eén is één op één, van dat zou ik precies zo doen, zo voel ik me ook altijd. (22:57) En in het onderwijs wordt daar vaak naar gevraagd. (22:59) Heb jij dat ook weleens? Herken je dat? Doet je broertje dat ook weleens? (23:03) En eigenlijk is de andere vorm, die zie je ook veel meer… (23:07) die komt veel meer naar voren als je literatuur met elkaar behandelt… (23:10) veel interessanter, namelijk je identificeert je met de ander als ander.
(23:14) Je gaat begrijpen waarom die ander handelt op een manier waarop jij niet zou handelen. (23:21) En dan wordt het pas eigenlijk echt moeilijk… (23:23) want we moeten uiteindelijk in de samenleving de ander als ander gaan begrijpen… (23:27) en hem niet reduceren tot iemand die ontzettend op ons lijkt. (23:30) En het is precies die andersheid die het leven in een diverse samenleving zo moeilijk maakt.
(23:35) En waar mensen die bang worden voor de ander… (23:38) maakt dat ze extreemrechts gaan stemmen, omdat dat zo bedreigend is. (23:42) Terwijl als je dat oefent in literatuur, dan word je een completer mens. Exact.
(23:48) Heel mooi. En extra mooi ook dat jij bezig bent met een lijst, een nieuwe boekenlijst. (23:58) Want we gaan nu een beetje richting het einde van dit gesprek.
(24:00) Kun je daar wat meer over vertellen, Yra? (24:03) Ja, je kan natuurlijk altijd bezwaar hebben tegen lijstjes… (24:05) want er zijn altijd dingen die er niet opstaan en lijstjes moeten ook veranderen. (24:09) Je bent iemand vergeten. Ja, precies.
Je bent mij vergeten. (24:13) Daarom, je zal altijd iemand vergeten. (24:15) Maar aangezien we toch niet meer de maatschappelijke belezenheid hebben… (24:19) waarbij iedereen vanzelf een lijst van 100, 200, 300 mooie, prachtige verhalen in zijn hoofd heeft… (24:27) kan het toch geen kwaad om als inspiratie… (24:30) een lijst te maken die bibliotheken en scholen hopelijk kunnen gebruiken… (24:34) om te denken, oké, deze 100 boeken zijn in ieder geval belangrijk… (24:39) om in de jaren van de basisschool en de onderbouw van het voortgezet onderwijs gelezen te hebben… (24:46) zodat je inderdaad ergens begint.
(24:48) En je zegt, oké, iedereen heeft deze jeugdliteraire prentenboeken gezien. (24:52) Op iedere voorschool liggen niet alleen Disneyboekjes, maar liggen ook deze prentenboeken… (24:56) zodat we dat literaire gesprek vroeg kunnen beginnen. (24:58) Dus die lijst die komt via de KB online, die wordt ook zeker dynamisch.
(25:04) Dus daar komen nieuwe boeken bij, daar gaan oude boeken af. (25:07) Maar hij wordt gekenmerkt door het feit dat er allerlei verschillende perspectieven in zitten. (25:11) Dat het allemaal rijke jeugdliteraire teksten zijn en dat die hopelijk een begin zijn.
(25:19) Heel veel leraren vragen gewoon, wat moet ik dan lezen? Wat is er goed? (25:23) En wat we hopen is als je als leraar die 100 boeken hebt gelezen… (25:26) bijvoorbeeld op de Babel of in je school, dat je ook wat meer oog krijgt van… (25:30) wat maakt die 100 boeken nou anders dan Het Leven van een Loser of De Zoete Zusjes? (25:36) Dus hopelijk werkt die lijst ook als een vorm van professionalisering. (25:40) Het is misschien ook een mooie rol voor de bibliotheek om tijdens teamtrainingen… (25:45) weer de focus op die leerkracht, om dat ook met ze te bespreken. (25:49) Om dit ook met ze te oefenen, zodat ze uiteindelijk ook zelf iets kunnen kiezen.
(25:53) Dat is uiteindelijk het doel natuurlijk, want dan heb je geen lijstjes meer nodig. (25:57) Ja, precies. (25:59) Mooi, die lijst komt er in mei, is de verwachting? (26:02) Ja, dat wordt een pilot, dus heel leuk als juist bibliotheken mee willen kijken.
(26:06) Ja, en misschien kunnen wij al een screenshot uit jouw PowerPoint delen met onze luisteraars. (26:16) Ik wilde eigenlijk nog één vraag stellen, mocht dat? (26:18) Ja, zeker. (26:19) Maar dan gaan we even terug naar het begin.
(26:21) Want je vertelt natuurlijk in je lezing ook dat de kans op ongelijkheid toeneemt… (26:28) als kinderen natuurlijk minder geletterd zijn. (26:30) En dat dat vooral de kinderen treft die bijvoorbeeld uit armoede al komen… (26:36) die niet toegang hebben tot goede boeken, die opgroeien in een anderstalige omgeving. (26:43) Maar ik denk dat we er soms ook vergeten dat niet lezen natuurlijk ook effect heeft op de kinderen… (26:48) die wel thuis toegang hebben tot kranten, tot ouders die ze helpen, tot allerlei andere middelen.
(26:54) Alleen komt dat, zoals je al zei, niet tot uiting in de toetsresultaten. (26:57) Merk jij dat ook bij… (26:59) Als je scripties begeleidt, merk je dat ook bij studenten? (27:03) Ja, het is een heel goed punt. (27:04) Ja, het is een heel erg groot probleem ook op hogescholen.
(27:08) De leerlingen die binnenkomen, studenten die binnenkomen. (27:10) Want niveau zegt natuurlijk niks over literaire competentie. (27:13) Nee, en ook niet over de competentie om goed te schrijven bijvoorbeeld.
(27:16) Dus dit is echt een probleem waar docenten ontzettend mee worstelen. (27:21) Met dus de geletterdheid ook van studenten, (27:27) zowel op de hogeschool als de universiteit, (27:28) en het feit dat ze daardoor ook steeds minder goed teksten kunnen schrijven. (27:32) Dus wat je bijvoorbeeld ziet, is dat structureren heel moeilijk is.
(27:35) En dat is precies iets wat je leert van langere teksten lezen. (27:38) Al die korte tekstjes, daarom ben ik ook zo tegen fragmenten, (27:42) leren je niet wat een structuur is. (27:44) Dus je ziet in de inscripties of in essays, (27:47) dat alle alinea’s staan los van elkaar.
(27:49) En je kan klippen en plakken wat je wil, (27:51) want het wordt nooit een puzzel die in elkaar valt. (27:56) Dus structuur is een van de eerste dingen die je het raam uit ziet gaan. (28:00) Maar ook bijvoorbeeld vaste uitdrukkingen, (28:05) die niemand meer kent, dus die verhaspeld worden.
(28:08) En ook taal, sommige dingen zijn taalveranderingen. (28:11) Daar heb ik zelf eigenlijk niet zoveel moeite mee, (28:13) maar soms zit het wel op een fundamenteler niveau. (28:16) Dat het gewoon eigenlijk onhelder wordt wat er staat.
(28:19) En missen ze dan volgens jou… (28:22) Ik denk dat, maar ik weet niet wat jij denkt. (28:24) Ik denk dat studenten dan ook een hoop emotionele bagage missen (28:28) als ze niet lezen. (28:30) Ook juist op het vwo of juist op het hbo of de universiteit.
(28:33) Want daar is empathie en persoonsvorming natuurlijk ook heel erg belangrijk. (28:37) Ja, en het gaat er uiteindelijk om dat je… (28:40) Ik bedoel, juist daar is het ook belangrijk (28:41) dat je verder leert kijken dan wat je op sociale media ziet. (28:44) Dus het ideaal plaatje dat je op Insta of Snapchat (28:47) voortdurend krijgt voorgeschoteld, dat je meer begrip hebt (28:50) voor de wanhoop of de pijn of de twijfel (28:53) of wat dan ook wat daarachter ligt.
(28:55) En dat heb je nodig om die empathie te kunnen gaan voelen met de ander. (29:00) We zien allemaal de cijfers, de onrustbare cijfers (29:03) die er zijn over angst en onzekerheid onder jongeren. (29:08) En dat is zo enorm toegenomen.
(29:10) En die toename is echt gestart op precies hetzelfde moment (29:14) als de intrede van sociale media. (29:16) Dus de weerbaarheid tegen die echt navaste invloed (29:21) van sociale media, die kan je echt wel vinden (29:23) in verhalen en in gedichten. (29:26) En samen verhalen lezen, samen gesprekken daarover voeren (29:29) is natuurlijk het allermooiste.
(29:32) Ja. (29:33) Dus klassikaal lezen is daarvoor… (29:35) Ook voor gemeenschapsvorming en voor het voeren van gesprekken (29:38) over die personages is daarvoor echt een hele belangrijke stap. (29:43) Nou, heel erg bedankt voor je inzichten en je kennis (29:45) die je met ons gedeeld hebt, professor dokter Yra van Dijk.
(29:49) Heel veel succes met je werkzaamheden. (29:51) Dank je wel. (29:54) Leuk dat je luisterde naar Probiblio maakt een ommetje met.
(29:58) Wil je meer weten over effectief leesonderwijs en jouw rol als bibliotheek? Schroom dan niet om contact met ons op te nemen.
Linkjes uit de podcast
- Lees de terugblik Kenniscirkel Educatie: Samen leren, samen doen – kennis als basis voor sterk leesonderwijs voor meer tips en handvatten.
- Lees meer over het proefschrift ’Digitaal lezen, anders lezen? De technologische lees(r)evolutie in empirisch perspectief’ van Niels Bakker – van Stichting Lezen en de Vrije Universiteit Amsterdam