Jongeren en digitaal burgerschap: de kracht van fictie

Welke rol kan fictie spelen bij het vergroten van de digitale weerbaarheid onder jongeren? Die vraag stond centraal tijdens een deelsessie van de Kenniscirkel Digitaal burgerschap, op 23 juni 2022 in museum Beeld en Geluid Den Haag. Adviseur Digitale geletterdheid Marloes Manshanden deelt 3 inzichten en tips voor lees-/mediaconsulent in het primair, voortgezet of middelbaar onderwijs.
Digitaal burgerschap is een breed begrip dat bestaat uit 3 elementen: digitale vaardigheden, digitale weerbaarheid en actief burgerschap. In deze sessie stond digitale weerbaarheid centraal. Verantwoord meedoen in de digitale samenleving vergt van burgers een kritisch bewustzijn ten aanzien van hun eigen en andermans veiligheid. En van de mogelijkheden en beperkingen van (des)informatie.
Fictie kan hierbij volgens mij een sleutelrol spelen. Tijdens de deelsessie 'Digitaal burgerschap en de rol van fictie' gingen we dieper in op hoe je met behulp van boeken leerlingen kan laten oefenen met hun kritische vaardigheden.
Foto boven: Marloes Manshanden presenteert de deelsessie 'Digitaal burgerschap en de rol van fictie'.
1. Een boek creëert een veilige omgeving
In lessen over digitale geletterdheid wordt vaak gevraagd naar de eigen ervaringen van leerlingen. Maar wat als het klassenklimaat niet veilig is, omdat er bijvoorbeeld (online) gepest wordt? Durven leerlingen dan open en eerlijk te spreken? Van hoeveel waarde is het gesprek dan?
Door gezamenlijk te praten over situaties uit een boek creëer je meer afstand tot beladen onderwerpen en biedt het verhaal emotionele veiligheid. Het maakt de discussie over diverse ingrijpende onderwerpen eenvoudiger en toegankelijk. Het gaat immers niet meer over eigen ervaringen, maar over (fictieve) gebeurtenissen. Het verhaal kan zo een tussenstap zijn naar het gesprek over eigen ervaringen en meningen. Ook oefenen leerlingen op deze manier met het zich verplaatsen in een ander, het oplossen van conflicten en het omgaan met verschillen.
2. Een boek en kritische denkvaardigheden zijn een perfecte combinatie
Mensen vinden het heerlijk om hun mening over anderen te ventileren. Uit onderzoek blijkt dat mensen van nature niet erg kritisch zijn over hun eigen denkprocessen. En in een groep met gelijkgestemden wordt de drempel om je hierover uit te spreken nog hoger. Lastig, als je leerlingen wil laten reflecteren op bijvoorbeeld hun eigen mediagedrag.
Door leerlingen hun mening te laten uiten op andermans acties en rederneringen, oefenen zij deze kritische denkvaardigheden. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat er tijdens een les een leerling wordt afgebrand door klasgenoten. Ook hier is de inzet van een boek heel waardevol. Waarschijnlijk zullen zelfreflectie en zelfregulatie niet direct in de klas plaatsvinden, maar de kans is groot dat leerlingen op een later moment wel gaan nadenken over hun eigen gedrag.
Wil je ouders kritisch laten zijn op hun eigen mediagedrag? Lees dan het boek 'Handje' van Tjibbe Veldkamp voor, een prentenboek met humoristische, dynamische kleurenillustraties.
3. Een boek biedt diversiteit
Het onderwijs gaat ervan uit dat leerlingen opgroeien in een gevarieerde omgeving. Maar wat als de omgeving van leerlingen niet zo divers is als verwacht? Als zij niet te maken hebben gehad met de thematiek die in de les behandeld wordt?
Lezers maken kennis met andere perspectieven of gebeurtenissen die niemand in de klas zelf heeft meegemaakt. Boeken zorgen voor emotionele verbinding en betrokkenheid. Zo doen leerlingen kennis op van de (online) wereld, staan zij open voor anderen en kunnen ze zich ontwikkelen tot tolerante, verantwoordelijke en actieve burgers.
Jouw rol/de rol van de leerkracht
Met alleen het (voor)lezen van of luisteren naar het (luister)boek ben je er nog niet. Na het lezen is het belangrijk om wat te doen met wat er gelezen is. Op die momenten ontstaat het dieper leren. Dit kan door na het lezen met elkaar in gesprek te gaan, waarbij de leerkracht de discussie faciliteert. Als het past en veilig is, kan er een brug geslagen worden naar de eigen mening en ervaringen.
Hulpmiddelen om dit gesprek op gang te brengen en te houden:
- De bekende leeskring vragenkaartjes van Aiden Chambers.
- Mediawijze spellen, zoals de kletskaarten van Mediajungle.
- Teksten en verwerkingsopdrachten van de website BNL - BNL (deltion.nl). BNL is de afkorting van Burgerschap Nederlands Lezen, een aanpak waarbij de vakken Burgerschap en Nederlands worden gecombineerd tot één vak.
Ik hoop dat bovenstaande inzichten en tips je hebben geïnspireerd om boeken in te zetten voor het vergroten van de digitale weerbaarheid onder jongeren. Heb je naar aanleiding hiervan vragen? Neem dan contact met me op: mmanshanden@probiblio.nl.
Subsidie voor digitaal burgerschap
Werkt jouw bibliotheek aan een project dat aansluit bij de de programmalijn Digitaal burgerschap? Dan kan je bij Stichting Pica subsidie aanvragen. De eerste stap is het maken van een lokaal plan samen met Probiblio/jouw POI. Het plan maakt duidelijk waarop je je wilt richten en kan de voorzet zijn voor een breder gesubsidieerd traject. Voor het invullen van het lokaal plan is in eerste instantie 3000 euro beschikbaar. Dus ben je ervan overtuigd dat jouw project voortuitgang kan boeken binnen de bibliotheeksector en wil je je plan graag breder beschikbaar stellen? Neem dan contact op met adviseur Digitale geletterdheid Erik Reuvers.
Bekijk ook:
- Programmering digitaal burgerschap: inzichten en stappen. Blog van adviseur Digitale geletterdheid Aniek van Son.
- Wat betekent de programmalijn Digitaal burgerschap voor bibliotheken? Blog van adviseur Digitale geletterdheid Erik Reuvers.
- Dossier Digitaal burgerschap op Bibliotheekinzicht.
- Onderzoek naar digitaal burgerschap in bibliotheeksector (juni 2022)
- Meer informatie over Probiblio's dienstverlening op het gebied van digitaal burgerschap.
Reacties (0)